Partij Vrij Almelo
Dicht bij de burger
Aan college B&W 2023

BEANTWOORDING RAADSVRAGEN INZAKE DIERENWELZIJN TIJDENS RAMPENBESTRIJDING EN CRISISBEHEERSING

Geachte burgemeester,

Het redden van dieren is een wettelijke taak van veiligheidsregio’s, die vaak bij de brandweer is neergelegd. Toch blijkt dat er nauwelijks aandacht is voor hulp aan dieren bij een ramp. Tijdens de oorlog in Oekraïne, zie je vaak dat mensen hun dieren willen meenemen op het moment dat ze vluchten of geëvacueerd worden. Wij vinden dat daadwerkelijke hulp aan dieren tevens hulp voor mensen betekent. We roepen de veiligheidsregio op het onderwerp ‘dieren en rampen’ waar nodig (beter)op de kaart en op de agenda te zetten, immers gestructureerd beleid omtrent hulp aan dieren en de implementatie daarvan in concrete noodgevallen draagt bij aan veel minder dieren- en inherent mensenleed.

Dierenorganisaties geven aan dat er bij rampen onvoldoende aandacht is voor het evacueren en opvangen van huisdieren, landbouwdieren en het redden van in het wild levende dieren. Dit bleek bijvoorbeeld uit de overstromingsramp zomer 2021 in Limburg, waar ontzettend veel dieren verdronken zijn. Sommige mensen wilden hun huis niet uit, omdat er niets was geregeld voor hun dieren. Anderen sprongen met gevaar voor eigen leven zelf het water in om dieren van de verdrinkingsdood te redden. Door de nauwe band met hun huisdieren worden ze gezien en ervaren als een gezinslid en mensen ervaren troost door de nabijheid van hun dier, zeker in het geval van een ramp.

Afstand moeten doen of gescheiden worden van hun dier levert een extra traumatiserende ervaring op voor zowel mens als dier; zeker indien dit door goede planning en samenwerking had voorkomen kunnen worden.


Beantwoording vragen behandeld door N. Jong

Aan: fractie Partij Vrij Almelo


Geachte heer De Olde,

Namens de PVA fractie heeft u op 30 april 2023 schriftelijke vragen gesteld inzake dierenwelzijn tijdens rampenbestrijding en crisisbeheersing. Middels deze brief beantwoorden wij deze vragen.

Vraag 1.

Hebben dieren een vaste plaats in de draaiboeken van hulpdiensten en in rampenplannen, en kan dit met relevante passages geëxpliciteerd worden?

Antwoord:

Ja, in het regionaal crisisplan van de veiligheidsregio https://www.vrtwente.nl/over-de-veiligheidsre~io/documenten is aandacht voor de hulp aan dieren tijdens crisisbeheersing.

Primair is deze verantwoordelijkheid belegd bij de kolom bevolkingszorg in het proces Publieke Zorg. In het Regionaal Crisisplan (RCP) deel 1 staat op pagina 29 bij publieke zorg:

  • Primaire Levensbehoeften: Voorzien in noodhulp (zoals drinkwater, voeding, kleding, financiële middelen) voor getroffenen en dieren die tijdelijk zelf niet in hun levensbehoeften kunnen voorzien, in geval van een ramp of crisis anders dan de tijdelijke opvang en de verzorging op een opvanglocatie.
  • Verplaatsen van mensen en dieren: Het in veiligheid brengen van mensen en dieren door deze te verplaatsen of laten verplaatsen van een getroffen of bedreigde plaats naar een veilige plaats.

In de praktijk zal de Officier van Dienst Bevolkingszorg ter plaatse een inschatting maken wat er nodig is om te voorzien in primaire levensbehoeften van dieren of welke dieren verplaatst moeten worden. Het hoofd Publieke Zorg zal een inzetplan maken en hier benodigde partners bij betrekken, waarbij bijvoorbeeld gebruik wordt gemaakt van de expertise en middelen van de agrarische sector.

Daarnaast heeft de brandweer een verantwoordelijkheid als het gaat om het redden van dieren.

In het RCP deel 1 staat daarover op pagina 25:

Het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bïj brand.

En als het gaat om waterzorg op pagina 32: search and rescue richt zich op het redden van mens en dier, die in de problemen zijn gekomen in het water. Door de demografie van Twente is er geen noodzaak voor een aparte organisatie en voert de brandweer de search and rescue uit.

En in het regionaal risicoprofiel https://www.vrtwente.nl/over-de-veiligheidsregio/documenten is aandacht voor dieren; enerzijds wordt er een risico benoemd voorde volksgezondheid bij de
uitbraak van een dierziekte. Anderzijds wordt het klimaatverandering benoemd als risico voor
onder andere dieren, waarop geanticipeerd moet worden.

Ter aanvulling:
In de planvorming voor de gemeentelijke opvang van Oekraïners in Twente is specifiek
aandacht besteed aan de mogelijkheid dat er huisdieren zouden meekomen. Pro-actief is in
beeld gebracht welke locaties geschikt waren om huisdieren mee te nemen, zodat hier bij het
toewijzen van een plek waar rekening mee kon worden gehouden.

Vraag 2.

Indien ontkennend beantwoord, wat ís de reden dat dit ontbreekt, en wordt de noodzaak dit alsnog en zo spoedig mogelijk toe te voegen omschreven?

Antwoord:

Niet van toepassing.

Vraag 3.

Welke handvatten hebben dierenwelzijnsorganisaties hoe te handelen in crisissituaties, en hoe zijn deze ingebed in bedoelde draaiboeken en rampenplannen?

Antwoord:

Voor dierenwelzijnsorganisaties geldt dat ze niet expliciet zijn benoemd in het regionaal crisisplan, maar zeker een rol kunnen spelen bij crisisbeheersing. Bij het opstellen van een inzetplan voor het voorzien in primaire levensbehoeften of het verplaatsen van dieren zal het hoofd Publieke Zorg waar nodig een beroep doen op de expertise of faciliteiten van dierenwelzijnsorganisaties.

Vraag 4.


Worden ofzijn dierenhulporganisaties, dierenartsen en dierenambulances opgenomen in de crisisstructuur, en op welke wijze?

Antwoord:

Zie antwoord 3

Aanvullend:
Landelijk is er aandacht voor hulpverlening aan dieren tijdens rampen en crises. In opdracht van de Raad van Commandanten en Directeuren van de Veiligheidsregio’s wordt een plan voorbereid waarin onder andere aandacht is voor alle betrokken organisaties en hun rol. Ze staan in verbinding met de coördinatoren bevolkingszorg, zodat die aangehaakt zijn.

Vraag 5.

Liggen er momenteel concrete evacuatieplannen voor gezelschapsdieren, landbouwdieren en in het wild levende dieren, en hoe is deze vorm gegeven?

Antwoord:

Nee, de evacuatie van dieren tijdens een crisissituatie vraagt maatwerk. Het is zeer afhankelijk van de aard en omvang van de crisis. Op basis van de beoordeling welke dieren verplaatst dienen te worden wordt een inzetplan opgesteld, waarin wordt opgenomen waar de dieren naartoe worden verplaatst, met welke vorm van transport, wie de faciliteiten heeft om dat te organiseren en eventueel welke medische zorg daarbij nodig is. Hierbij wordt nadrukkelijk gekeken welke partijen nodig zijn voor de uitvoering hiervan. Verantwoordelijkheid ligt bij de kolom bevolkingszorg, waarbij de uitvoering in samenwerking met getroffen gemeenten en partners plaatsvindt.

Vraag 6.

Is er een draaiboek binnen de Veiligheidsregio Twente dat klaar ligt en weet iedereen wat hij moet doen, bijvoorbeeld waar besmette vogels heen moeten? En zo ja, wordt dit draaiboek nu uitgevoerd?

Antwoord:

De rijksoverheid bepaalt het beleid als het gaat om het voorkomen of tegengaan van besmettelijke dierziekten. Zij zullen ook een regeling voor een besmet bedrijf en omgeving opstellen met daarin getroffen maatregelen. De Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit is belast met het bestrijden van de dierziekten en het tegengaan van verspreiding. Het RIVM geeft informatie en handelingsperspectief wat betreft de volksgezondheid.

Daarnaast is er een landelijke bestuurlijke netwerkkaart crisisbeheersing voor de bestrijding van dierziekten; BNK 8 bierziekte (zevende druk 2018)red MT  (nipv.nl.) Hierin staat een overzicht van taken en verantwoordelijkheden van betrokken partijen.

En momenteel is de Veiligheidsregio Twente de planvorming voor de bestrijding van dierziekten in Twente aan het actualiseren, waarin concreet wordt beschreven hoe de informatievoorziening en afstemming tussen betrokken partijen plaatsvindt als er een dierziekte uitbreekt.

Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Almelo,

de secretaris, de burgemeester,

BEANTWOORDING VRAGEN OVER WOONOVERLAST

Almelo, 20 april 2023

Geacht college,

Als contacten tussen overheid en burger niet goed gaan, wordt zichtbaar hoe verschillend de overheid en de burger in hun specifieke rol functioneren. De burger zit ergens mee, krijgt geen- of een onbevredigend antwoord op zijn of haar klachten. Maar zelfs als de burger contact weet te leggen dan is de kans aanwezig dat de burger zich niet serieus genomen voelt, of wordt “afgescheept”, of van het kastje naar de muur gestuurd. Niet omdat de overheid onwillig is, maar omdat de overheid niet met één burger te maken heeft maar met een veelvoud van burgers in een immer complexer wordender maatschappij en evenzo overheid. Deze kloof is in vele zaken herkenbaar. In het hiernavolgende wordt deze kloof aan de hand van concrete voorbeelden en signalen in beeld gebracht.

De Partij Vrij Almelo vindt dat een transparante en zich naar burgers receptief opstellende gemeente de dure plicht heeft dit als primaire leidraad te verinnerlijken, zodat haar inwoners zich gehoord en gezien voelen!

Gemeentelijke uitgangs- en ijkpunten dienen in elk geval te zijn:

  • open en duidelijk
  • respectvol
  • betrokken en oplossingsgericht
  • eerlijk en betrouwbaar

In dit kader vraagt de Partij Vrij Almelo-fractie aandacht voor het volgende:

Wij ontvangen in toenemende mate signalen over afvalcontainers/bakken die permanent op de stoep, aan de andere kant van de particuliere heg of schutting staan, overvol zijn; en afval (als gevolg daarvan) dat naast deze containers wordt geplaatst. Dit leidt tot aanhoudende overlastsituaties die aanleiding zijn voor irritatie, onbegrip en ook zorgen bij burgers waarom de gemeente hier niet beter communiceert dan wel corrigerend, controlerend en/of handhavend optreedt.


De onderstaande vragen behandeld door Team Veiligheid op 30 mei 2023

Geachte heer De Olde,

Namens de fractie Partij Vrij Almelo heeft u bij brief van 30 april 2023 schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld met als onderwerp ‘woonoverlast’. Inhoudelijk gaan de vragen over afvalcontainers die permanent op de openbare weg staan en afval dat naast deze containers wordt geplaatst.

Met deze brief beantwoordt het college deze vragen.

Vraag 1.

Deelt het college de opvatting van de Partíj Vrij Almelo dat dergelijke situaties de leefbaarheid in een wíjk verslechteren, het milieu onnodig belasten en dus onwenselijk zijn?

Antwoord:

Ja, afvalcontainers horen niet langer op de openbare weg te staan dan ten behoeve van het inzamelen van huishoudelijk afval nodig is. Ook het bijplaatsen van afval naast deze containers is zeer onwenselijk omdat dit een negatief effect heeft op de leefbaarheid in woonwijken.

Vraag 2.

Deelt het colllgee de opvatting van de Partij Vrij Almelo dat afval naast de containers gedeponeerd een gevaar voorde volksgezondheid kan opleveren, doordat dit ongedierte aantrekt op zoek naar eetbare resten?

Antwoord:

Afval dat naast containers wordt geplaatst leidt niet direct tot een concreet gevaar voor de volksgezondheid. Desalniettemin is het bijplaatsen van afval zeer onwenselijk omdat dit verloedering in de hand werkt en ongedierte aantrekt.

Vraag 3.

Wordt er structureel gecontroleerd op afvalbakken die permanent in het openbaar domein staan, op het dumpen van afval of gebeurt dit alleen na een melding? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:

Hier wordt structureel op gecontroleerd. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat het in veel
gevallen gaat om afvalcontainers die geplaatst staan op grond van de woningcorporaties. In die
gevallen wordt de woningcorporatie door de gemeente aangesproken op deze onwenselijke en
illegale situatie.

Vraag 4.

Hoeveel meldingen zijn er sinds januari 2020 bij de gemeente binnengekomen over deze aanhoudende overlastsituaties?

Antwoord:

Vanaf 1 januari 2020 tot en met 2 mei 2023 gaat het om de volgende aantallen:

Meldingen over de (illegale) plaatsing van afvalcontainers: 442

Meldingen over dumping afval: 1463

Vraag 5.

Kan de Partij Vriij Almelo een kopie- en geanonimiseerd overzicht ontvangen van de geregistreerde overlastmeldingen en de wijze van afdoening?

Antwoord

Het is niet mogelijk om op geautomatiseerde wijze een geanonimiseerd overzicht te genereren van alle meldingen en de wijze van afdoening per melding. De meldingen zouden stuk voor stuk moeten worden uitgedraaid en geanonimiseerd. Gelet op de omvang van het verzoek wordt hieraan geen medewerking gegeven.

Vraag 6.

Zijn er regels van toepassing op deze houders van afvalbakken om op het openbaar domein te mogen staan? Zo ja, welke, indien ontkennend, hoe wordt deze lacune opgelost?

Antwoord:

Ja, de Afvalstoffenverordening gemeente Almelo 2013 en het daarbij behorende Uitvoeringsbesluit gemeente Almelo 2013 zijn van toepassing. Artikel 11 van voornoemde verordening stelt regels over de dagen en tijden waarop huishoudelijk afval mag worden aangeboden.

Vraag 7.

Gaat de gemeente in een andergepast systeem voorzien om deze vorm van sluikstorten een halt toe te roepen? Zo ja, hoe?

Antwoord:

Naast de inzet die gepleegd wordt door zowel onze boa’s als door Twente Milieu om illegale dump van afval te voorkomen en eventueel gedumpt afval in de openbare ruimte zo snel mogelijk op te ruimen, maken we in Almelo tevens gebruik van cameratoezicht bij de milieupleinen. Op deze manier richten we ons niet alleen op het voorkomen van illegale dump van afvalstoffen, maar worden overtreders ook beboet. We zijn niet voornemens om op dit vlak op korte termijn een ander systeem toe te gaan passen.

Vraag 8.

Weke acties gaat het college ondernemen om inwoners in de wijk meer te informeren over het afvalprobleem?

Antwoord:

Er volgt dit jaar nog een actualisatie van ons afvalbeleidsplan. Het meer informeren en communiceren met de inwoners over afval, het scheiden van afval en de mogelijkheden die er voor alle inwoners zijn om het afval op een goede manier aan te kunnen bieden, maakt een belangrijk onderdeel uit van het nieuwe afvalbeleidsplan. Dat zal resulteren in concrete (communicatie)acties.

Vraag 9.

Waarom worden klachten van bewoners die hier melding van maken niet adequaat afgehandeld blijkens de signalen die wij ontvangen?

Antwoord:

Wij herkennen ons niet in deze signalen. De gemeente Almelo heeft twee boa’s domein 2 in dienst die zich dagelijks bezighouden met afval (boa’s domein 2 zijn belast met de opsporing van strafbare feiten op het gebied van milieu, welzijn en infrastructuur). Er is echter altijd meer werk dan dat er capaciteit beschikbaar is. Hierdoor is het noodzakelijk om keuzes te maken. Wanneer inwoners hun gegevens vermelden en tevens aangeven dat zij een terugkoppeling wensen, krijgen zij altijd bericht van de gemeente over de wijze van afhandeling.

Vraag 10.

Waarom worden zowel telefonische als fysieke vragen aan de verantwoordelijke wijkregisseur niet in behandeling genomen, dan wel niet of in voldoende mate beantwoord?

Antwoord:

De wijkregisseur houdt zich niet bezig met afval(inzameling). Wanneer de wijkregisseur hier vragen of meldingen over krijgt zal hij of zij doorverwijzen naar het klantcontactcentrum en/of naar de website van de gemeente Almelo.

Hoogachtend,
Burgemeester en w houders van Almelo,
de secretaris, de burgemeester,

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN PVA OVER STARTERSLENING

9 mei 2023

Geacht college

Sinds enkele jaren heeft de gemeente Almelo een starterslening. De starterslening biedt starters uit Almelo op de koopwoningmarkt de mogelijkheid om nét dat beetje extra te lenen om een huis in Almelo te kopen. Deze regeling is o.a. ingesteld om Almeloërs binnen Almelo eenvoudiger aan een woning te laten komen.

Een van de voorwaarden van de Almelose starterslening is dat de totale verwervingskosten van de woning niet meer dan 225.000 euro mag zijn, inclusief verbeterkosten. Was de gemiddelde verkoopprijs in Almelo voor een huis in 2020 nog 222,697 euro, in 2022 is dit opgelopen tot 387,000 euro, een toename van maar liefst 25% in twee jaar (CBS). Partij Vrij Almelo heeft het idee dat met deze huizenprijzen weinig starters kunnen voldoen aan de voorwaarde van 225.000 euro van de starterslening.

Partij Vrij Almelo vindt het belangrijk om Almeloërs te behouden binnen onze gemeente en heeft daarom de volgende vragen.

Beantwoording vragen door het college:

Op 4 april 2023 heeft de Partij Vrij Almelo een aantal vragen gesteld over de starterslening. In deze brief geven wij antwoord op uw vragen.

Vraag 1.

Hoeveel startersleningen zijn er de afgelopen 5 jaar aangevraagd? Graag uitsplitsen per jaar.

Antwoord:

De huidige regeling voorde starterslening geldt vanaf 1 februari 2021.

Vanaf dat moment zijn er de volgende aantallen aangevraagd:
2021: 54 aanvragen
2022: 28 aanvragen
2023: 18 aanvragen

Vraag 2.

Hoe kijkt het college aan tegen de verhouding huizenprijzen in vergelijking met de starterslening?

Antwoord:

De starterslening geldt vanaf 2021. De WOZ-waarde die toen voor de regeling gehanteerd is, is de WOZ waarde van 2020. Deze WOZ-waarde, van € 225.000,-, was toen een goede waarde voor starterswoningen. Bij de invoering van de regeling stonden er gemiddeld bijna 200 woningen met een vraagprijs tot deze WOZ-waarde te koop. Daarmee hadden starters op de woningmarkt ruime keuze. In 2021 en 2022 zijn de huizenprijzen ook in Almelo gestegen en de WOZ-waarde voor de starterslening is niet meegestegen omdat er geen indexering is opgenomen in de regeling. Op dit moment staan er zo`n 30 huizen met een vraagprijs van € 225.000,- in Almelo te koop. Starters op de woningmarkt hebben op dit moment dus minder keuze.

Vraag 3.

Is het mogelijk om de verwervingskosten drempel te verhogen?

Antwoord:

Nee, binnen de huidige verordening is dat niet mogelijk.

Vraag 4.

Zijn er mogelijkheden om het begrip startersleningen weer inhoud te geven?

Antwoord:

Zie het antwoord op vraag 3.

Vraag 5.

Kan de starterslening geïndexeerd worden aan de jaarlijkse ontwikkeling op de woningmarkt gebaseerd op CBS cijfers?

Antwoord:

Zie het antwoord op vraag 3.

Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Almelo,
de secretaris, de burgemeester.

Reactie:

Een te formele opstelling van het college zonder rekening te houden met de gewijzigde huizenmarkt en noden van inwoners. Keuze uit 30 huizen bij een inwonertal van meer dan 70.000 is de deconfiture van deze starterslening regeling.

Bovendien conform artikel 3 stelt college budget beschikbaar, kan dus ook binnen deze regeling gewijzigd worden.

https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR653640

Schriftelijke vragen aan college van B&W. Betreft: dierenwelzijn veiligheidsregio Twente

Almelo, 30 april 2023

Geachte burgemeester,

Het redden van dieren is een wettelijke taak van veiligheidsregio’s, die vaak bij de brandweer is neergelegd. Toch blijkt dat er nauwelijks aandacht is voor hulp aan dieren bij een ramp. Tijdens de oorlog in Oekraïne, zie je vaak dat mensen hun dieren willen meenemen op het moment dat ze vluchten of geëvacueerd worden. Wij vinden dat daadwerkelijke hulp aan dieren tevens hulp voor mensen betekent. We roepen de veiligheidsregio op het onderwerp ‘dieren en rampen’ waar nodig (beter)op de kaart en op de agenda te zetten, immers gestructureerd beleid omtrent hulp aan dieren en de implementatie daarvan in concrete noodgevallen draagt bij aan veel minder dieren- en inherent mensenleed.

Dierenorganisaties geven aan dat er bij rampen onvoldoende aandacht is voor het evacueren en opvangen van huisdieren, landbouwdieren en het redden van in het wild levende dieren. Dit bleek bijvoorbeeld uit de overstromingsramp zomer 2021 in Limburg, waar ontzettend veel dieren verdronken zijn. Sommige mensen wilden hun huis niet uit, omdat er niets was geregeld voor hun dieren. Anderen sprongen met gevaar voor eigen leven zelf het water in om dieren van de verdrinkingsdood te redden. Door de nauwe band met hun huisdieren worden ze gezien en ervaren als een gezinslid en mensen ervaren troost door de nabijheid van hun dier, zeker in het geval van een ramp.

Afstand moeten doen of gescheiden worden van hun dier levert een extra traumatiserende ervaring op voor zowel mens als dier; zeker indien dit door goede planning en samenwerking had voorkomen kunnen worden.

Wij hebben derhalve de volgende vragen:

  1. Hebben dieren een vaste plaats in de draaiboeken van hulpdiensten en in rampenplannen, en kan dit met relevante passages geëxpliciteerd worden?
  2. Indien ontkennend beantwoord, wat is de reden dat dit ontbreekt, en wordt de noodzaak dit alsnog en zo spoedig mogelijk toe te voegen omschreven?
  3. Welke handvatten hebben dierenwelzijnsorganisaties hoe te handelen in crisissituaties, en hoe zijn deze ingebed in bedoelde draaiboeken en rampenplannen?
  4. Worden of zijn dierenhulporganisaties, dierenartsen en dierenambulances opgenomen in de crisisstructuur, en op welke wijze?
  5. Liggen er momenteel concrete evacuatieplannen voor gezelschapsdieren, landbouwdieren en in het wild levende dieren, en hoe is deze vorm gegeven?
  6. Is er een draaiboek binnen de veiligheidsregio Twente dat klaar ligt en weet iedereen wat hij moet doen, bijvoorbeeld waar besmette vogels heen moeten? En zo ja, wordt dit draaiboek nu uitgevoerd?

https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/dierenambulances-kunnen-de-vogelgriep-niet-bijbenen-het-verspreidt-zich-als-een-gek~b60fe510/

Met vriendelijke groet en alvast dank voor beantwoording vragen.

Namens fractie Partij Vrij Almelo,

Harry de Olde

SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN COLLEGE VAN B&W. BETREFT: AANPAK VAN WOONOVERLAST

Almelo, 20 april 2023

Geacht college,

Als contacten tussen overheid en burger niet goed gaan, wordt zichtbaar hoe verschillend de overheid en de burger in hun specifieke rol functioneren. De burger zit ergens mee, krijgt geen- of een onbevredigend antwoord op zijn of haar klachten. Maar zelfs als de burger contact weet te leggen dan is de kans aanwezig dat de burger zich niet serieus genomen voelt, of wordt “afgescheept”, of van het kastje naar de muur gestuurd. Niet omdat de overheid onwillig is, maar omdat de overheid niet met één burger te maken heeft maar met een veelvoud van burgers in een immer complexer wordender maatschappij en evenzo overheid. Deze kloof is in vele zaken herkenbaar. In het hiernavolgende wordt deze kloof aan de hand van concrete voorbeelden en signalen in beeld gebracht.

De Partij Vrij Almelo vindt dat een transparante en zich naar burgers receptief opstellende gemeente de dure plicht heeft dit als primaire leidraad te verinnerlijken, zodat haar inwoners zich gehoord en gezien voelen!

Gemeentelijke uitgangs- en ijkpunten dienen in elk geval te zijn:

  • open en duidelijk
  • respectvol
  • betrokken en oplossingsgericht
  • eerlijk en betrouwbaar

In dit kader vraagt de Partij Vrij Almelo-fractie aandacht voor het volgende:

Wij ontvangen in toenemende mate signalen over afvalcontainers/bakken die permanent op de stoep, aan de andere kant van de particuliere heg of schutting staan, overvol zijn; en afval (als gevolg daarvan) dat naast deze containers wordt geplaatst. Dit leidt tot aanhoudende overlastsituaties die aanleiding zijn voor irritatie, onbegrip en ook zorgen bij burgers waarom de gemeente hier niet beter communiceert danwel corrigerend, controlerend en/of handhavend optreedt.

Wij hebben de volgende vragen:

Vraag 1a. Deelt het college de opvatting van de Partij Vrij Almelo dat dergelijke situaties de leefbaarheid in een wijk verslechteren, het milieu onnodig belasten en dus onwenselijk zijn?
Vraag 1b. Deelt het college de opvatting van de Partij Vrij Almelo dat afval naast de containers gedeponeerd een gevaar voor de Volksgezondheid kan opleveren, doordat dit ongedierte aantrekt op zoek naar eetbare resten?

Vraag 2. Wordt er structureel gecontroleerd op afvalbakken die permanent in het openbaar domein staan, op het dumpen van afval of gebeurt dit alleen na een melding? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3a. Hoeveel meldingen zijn er sinds januari 2020 bij de gemeente binnengekomen over deze aanhoudende overlastsituaties?
Vraag 3b. Kan de Partij Vrij Almelo een kopie- en geanonimiseerd overzicht ontvangen van de geregistreerde overlastmeldingen en de wijze van afdoening?

Vraag 4. Zijn er regels van toepassing op deze houders van afvalbakken om op het openbaar domein te mogen staan? Zo ja, welke, indien ontkennend, hoe wordt deze lacune opgelost?

Vraag 5. Gaat de gemeente in een ander gepast systeem voorzien om deze vorm van sluikstorten een halt toe te roepen? Zo ja, hoe?

Vraag 6. Welke acties gaat het college ondernemen om inwoners in de wijk meer te informeren over het afvalprobleem?

Vraag 7. Waarom worden klachten van bewoners die hier melding van maken niet adequaat afgehandeld blijkens de signalen die wij ontvangen?

Vraag 8. Waarom worden zowel telefonische als fysieke vragen aan de verantwoordelijke wijkregisseur niet in behandeling genomen, dan wel niet of in voldoende mate beantwoord?

Alvast dank voor beantwoording,

Namens fractie Partij Vrij Almelo,
Harry de Olde

https://www.vrijalmelo.nl/2023/04/onderwerp-klacht-bewoner-

SCHRIFTELIJKE VRAGEN OVER STARTERSLENING

Almelo, 4 april 2023

Geacht college

Sinds enkele jaren heeft de gemeente Almelo een starterslening. De starterslening biedt starters uit Almelo op de koopwoningmarkt de mogelijkheid om nét dat beetje extra te lenen om een huis in Almelo te kopen. Deze regeling is o.a. ingesteld om Almeloërs binnen Almelo eenvoudiger aan een woning te laten komen.

Een van de voorwaarden van de Almelose starterslening is dat de totale verwervingskosten van de woning niet meer dan 225.000 euro mag zijn, inclusief verbeterkosten. Was de gemiddelde verkoopprijs in Almelo voor een huis in 2020 nog 222,697 euro, in 2022 is dit opgelopen tot 387,000 euro, een toename van maar liefst 25% in twee jaar (CBS). Partij Vrij Almelo heeft het idee dat met deze huizenprijzen weinig starters kunnen voldoen aan de voorwaarde van 225.000 euro van de starterslening.

Partij Vrij Almelo vindt het belangrijk om Almeloërs te behouden binnen onze gemeente en heeft daarom de volgende vragen:

  1. Hoeveel startersleningen zijn er de afgelopen 5 jaar aangevraagd? Graag uitsplitsen per jaar.
  2. Hoe kijkt het college aan tegen de verhouding huizenprijzen in vergelijking met de starterslening?
  3. Is het mogelijk om de verwervingskosten drempel te verhogen?
  4. Zijn er mogelijkheden om het begrip startersleningen weer inhoud te geven?
  5. Kan de starterslening geïndexeerd worden aan de jaarlijkse ontwikkeling op de woningmarkt gebaseerd op CBS cijfers?

Namens de fractie Partij Vrij Almelo,

Harry de Olde

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN PARTIJ VRIJ ALMELO OVER BUURTBEMIDDELING

Almelo, 16 februari 2023
Buurtbemiddeling

Geacht college,

Ondanks de inzet van buurtbemiddeling zijn er signalen van toenemende burenoverlast in Almelo. Variërend van geluidsoverlast, en pesterijen tot aan intimidatie en handgemenen. Burenpesten is een fenomeen met onderschatte verwoestende kracht. Gedupeerden liggen er wakker van, zijn bang en voelen zich soms gedwongen te verhuizen. Verder heeft niemand er eigenlijk aandacht voor. Buren houden zich afzijdig en woningcorporaties, politie en gemeente laten stuk voor stuk afweten. Hoewel deze vaak complexe zaken niet door politieke partijen kunnen worden opgelost, is onze fractie wel van mening dat het college zich moet inspannen om te komen tot een oplossing in deze situaties. De Partij Vrij Almelo heeft al eens eerder (21 april 2021) vragen gesteld om op een doeltreffende manier burenruzies aan te pakken. Desondanks komen er bij de Partij Vrij Almelo nog steeds meldingen binnen over radeloze inwoners die overlast van buren of buurt ervaren.


Behandeld door S. Schulte. Datum 28 maart 2023


Geachte heer De Olde,

Op 16 februari 2023 heeft u een aantal vragen gesteld met betrekking tot buurtbemiddeling. In deze brief geven wij antwoord op uw vragen.

Vraag 1a.

Hoeveel meldingen van burenoverlast heeft u sinds de oprichting van ,buurtbemiddeling op 7 september 2016 ontvangen?

Antwoord:

Sinds het begin van Buurtbemiddeling (oktober 2016) zijn er 970 meldingen ontvangen.

Vraag 1b.

Wat was de aard van deze meldingen?

Antwoord:

De aard van de meldingen is verschillend. De top 3 bestaat al jaren uit geluidsoverlast (45,8% in 2022) pesterijen en intimidatie (17,8% in 2022) tuin/ buitenproblemen (11,0% in 2022) Daarnaast worden meldingen opgepakt die te maken hebben met bedreiging/ intimidatie, overlast dieren, overlast kinderen, parkeerproblemen, rommel/troep, stankoverlast, vernielingen en overige zaken.

Vraag 1c.

Wat is er met deze meldingen gebeurd? Tot welke resultaten heeft dit geleid?

Antwoord:

De meldingen worden opgepakt door de coordinator Buurtbemiddeling die werkzaam is bij Avedan. Zij zoekt bij de melding de juist bemiddelaars. Buurtbemiddeling heeft een slagingspercentage van 66,7%. Dit houdt in dat 2/3 van de bemiddelingspogingen succesvol zijn geweest.

Vraag 2.

Op welke wijze worden deze meldingen opgevolgd om de overlast te beëindigen en te voorkomen dat dit in de toekomst weer plaatsvindt?

Antwoord:

Wanneer een melding is afgerond door de bemiddelaars, neemt de bemiddelaar na 6 weken contact op met de bemiddelden. Op die manier weten we wat het effect van buurtbemiddeling is geweest en of er nog acties moeten worden genomen.

Vraag 3.

Hoeveel casussen zíjn momenteel in behandeling bij de gemeente waarvoor buurtbemiddeling wordt ingezet? Hoeveel vrijwillige buurtbemiddelaars zijn er beschikbaar?

Antwoord:

Avedan rapporteert binnen het project Buurtbemiddeling middels kwartaalrapportages en een jaarverslag. De eerste van 2023 is nog niet gereed. Bij navraag (16-03-2023) gaf de coordinator aan: momenteel zijn 19 meldingen in behandeling en 2 worden er binnenkort ingepland. Op dit moment zijn er 18 bemiddelaars actief.

Vraag 4.

Wat gebeurt er als buurtbemiddeling niet mogelijk is doordat bewoners hier niet voor openstaan ten gevolge van, bijvoorbeeld intimidatie en/of dreiging met geweld en de overlast vervolgens doorgaat Welke middeln heeft u om alsnog in te grijpen? In hoeverre maakt u van deze middeln gebruik?

Antwoord:

Als de bewoners geen gebruik willen maken van buurtbemiddeling als gevolg van intimidatie en/of dreiging met geweld kan de politie worden ingeschakeld. Deze verantwoordelijkheid ligt bij de inwoner zelf. Het vraagt van geval tot geval maatwerk welk van deze middelen wordt ingezet.

Vraag 5.

Bent u op de hoogte dat de professionals van buurtbemiddeling zelf ook moeite hebben met burenpesten doordatzij de inspanningsverplichting vaak bij de buren leggen?

Antwoord:

Buurtbemiddeling is een landelijke methodiek, het doel van Buurtbemiddeling is dat dat buren op vrijwillige basis weer met elkaar in gesprek gaan. Buurtbemiddeling kan alleen slagen als beide buren (zowel A als B) hiervoor open staan. Helaas is dit niet altijd het geval.

Vraag 6.

In welke mate wijkt het huidige college af van de aanpak van het vorige college op het punt van burenoverlast? Bent u voornemens om het bestaande beleid omtrent burenoverlast te evalueren en waar mogelijk te verbeteren?

Antwoord:

Het project Buurtbemiddeling wordt via een stuurgroep en een werkgroep, waarin zowel de gemeente als de beide woningcorporaties en politie zitting hebben, gevolgd. Het is een constant proces om te Ieren en daar waar nodig bij te sturen.

Vraag 7.

We lezen dat met de woningbouwverenigingen en politie in Almelo concrete afspraken zijn gemaakt over burenoverlast, onder meer over waarde verantwoordelijkheden liggen ten aanzien van het oppakken van meldingen over burenoverlast, maar ook communicatie en wanneer welke maatregelen worden genomen als het gaat om dreigende escalatie van burenoverlast?

Antwoord:

Wij hebben het AVE-model (aanpak voorkomen escalatie) vastgesteld. Middels dit model versterken wij ook de samenwerking met onze partners als het gaat om opschalen van overlastsituaties.

Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Almelo

de secretaris, de burgemeester,

GEEF PARTIJ VRIJ ALMELO (PVA) ALSNOG TOESTEMMING OM MONDELINGE VRAGEN TE STELLEN INZAKE DIERENWELZIJN

De gemeenteraad van Almelo, bijeen op 28 maart 2022.
Initiatiefnemer(s): Partij Vrij Almelo

Constaterende;
dat het stellen van mondelinge vragen niet zijn toegelaten door het Presidium;
dat de opgegeven reden geen grondslag kan vinden in de Gemeentewet;
dat het stellen van mondelinge vragen een cruciaal stuk politiek gereedschap is voor raadsleden;
dat het weigeren van mondelinge vragen de democratie en de functie van raadsleden uitholt;
dat de tekst van de mondelinge vragen als volgt luidt;

Voorzitter,
Dierenwelzijn raakt zowel dieren als mensen in onze stad en is daarmee een lokaal politiek onderwerp.
In de begroting van 2019 hebben we dierenwelzijn voor het eerst als beleidsveld opgenomen. Hiermee
willen we uitdrukkelijk aangeven dat we een diervriendelijke stad zijn en dat we dierenwelzijn serieus
nemen.

De kort en bondige vragen:
Bent u op de hoogte dat er onlangs weer een aantal vrijwilligers van de dierenambulance zijn opgestapt omdat ze het oneens zijn met de koers van de dierenbescherming?

Heeft het college het afgelopen jaar met de dierenambulance, de dierenbescherming en de dierenopvang gesprekken gevoerd om de samenwerking te verbeteren en efficiënter te kunnen werken?

Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke stappen zijn er genomen om te komen tot een goede uitvoering van de wettelijke taken?

dat het Presidium de volgende weigeringsgronden aanvoert;
Het presidium heeft de door jullie ingediende vragen getoetst op de recent opgestelde criteria. En daaruit kwam het volgende uit:

Vragen over het Dierenwelzijn:

  • Lekker kort en bondig!
  • We kunnen niet vaststellen of het actueel is, maar dat zal vast zo zijn.
  • MAAR: de vragen hebben geen betrekking op de bevoegdheid van het college. Het gaat immers om een ‘conflict’ tussen de vrijwilligers en de dierenbescherming. Als jullie aandacht willen vragen voor dit conflict en het hierdoor mogelijk in gevaar komen van de uitvoering van de wettelijke taak, is het informeel aanspreken van de wethouder waarschijnlijk beter. Hij kan immers ook geen formeel standpunt in dit conflict innemen.
  • Dus: niet toegelaten.
  • Overweegt;
    dat het niet wenselijk is dat een raadslid bovenstaande ‘’mondelinge vragen Dierenwelzijn niet mag stellen;
  • Bepaalt;
    dat de PVA zijn geweigerde ‘’mondelinge vragen Dierenwelzijn alsnog mondeling mag gaan stellen in de raad van 28 januari 2023.

GEEF PARTIJ VRIJ ALMELO (PVA) ALSNOG TOESTEMMING OM MONDELINGE VRAGEN TE STELLEN INZAKE GEDOOGBESLUIT ASIELZOEKERS BRUGSTRAAT

De gemeenteraad van Almelo, bijeen op 28 maart 2022.
Initiatiefnemer(s): Partij Vrij Almelo

Constaterende;
dat het stellen van mondelinge vragen niet zijn toegelaten door het Presidium;
dat de opgegeven reden geen grondslag kan vinden in de Gemeentewet;
dat het stellen van mondelinge vragen een cruciaal stuk politiek gereedschap is voor raadsleden;
dat het weigeren van mondelinge vragen de democratie en dat van raadsleden uitholt;
dat de tekst van de mondelinge vragen als volgt luidt;
De Partij Vrij Almelo (PVA) leest met stijgende verbazing de door B&W verleende Gedoogbeslissing
noodopvanglocatie asielzoekers Brugstraat 2-4 te Almelo. De Tweede Kamer heeft meermaals uitdrukkelijk aangegeven dat gedogen verboden is. Elke strijd met een bestemmingsplan (deze Almelose noodopvang is tot op de dag van vandaag nog steeds illegaal) moet door middel van een omgevingsvergunning recht getrokken worden. Alleen dan kunnen omwonenden bezwaar en beroep instellen. Bij een gedoogbeslissing kan dat niet. Dat heeft de Raad van State op 24 april 2019 bepaald, zie ECLI:NL:RVS:2019:1356. Nu worden illegalen, illegaal gedoogd’’. Daar wil de Partij Vrij Almelo onmiddellijk van af.
De Partij Vrij Almelo heeft daar een aantal vragen over.

  1. Waarom is deze illegale gedoogbeschikking niet aan de raad medegedeeld?
  2. Waarom is deze illegale gedoogbeschikking niet in het Huis aan Huisblad medegedeeld?
  3. Als zowel de Tweede Kamer als ook de Raad van State gedogen niet toestaan, waarom doet u dat dan toch?
  4. De Partij Vrij Almelo ziet deze route van noodopvang ‘organiseren’ middels een gedoogbeslissing als een volstrekt ongewenst en illegaal ‘geitepaadje’. Is het niet transparanter om de noodopvang gewoon via een omgevingsvergunning te legaliseren, temeer daar de noodopvang helemaal geen door het Rijk verplichte maatregel is?
  5. Zo ja, en gaat u ook alsnog het vergunning-traject starten?
  6. Zo nee, waarom niet?
    dat het Presidium de volgende weigeringsgronden aanvoert;
    Het presidium heeft de door jullie ingediende vragen getoetst op de recent opgestelde criteria. En daaruit kwam het volgende uit: Vragen over het Gedoogbesluit Burgstraat:
  • Iets minder bondig, maar oke.
  • Het nemen van het besluit is wel actueel, maar nog recent besproken in een politiek beraad. Daarbij zijn de juridische vraag meer principieel van aard en gaat leiden tot een welles/nietes gesprek. Het werkt veel beter als de vragen schriftelijk worden gesteld zodat er vervolgens indien gewenst op basis van het antwoord een raadsbreede discussie kan plaatsvinden. Door de antwoorden te agenderen. Als jullie het hiermee eens zijn, laat dat dan even weten. Dan maken wij er schriftelijke vragen van.
  • Dus: niet toegelaten.
    Overweegt;
    dat het niet wenselijk is dat een raadslid bovenstaande ‘’mondelinge vragen Gedoogbesluit asielzoekers Brugstraat’’ niet mag stellen;
    Bepaalt;
    dat de PVA zijn geweigerde ‘’mondelinge vragen Gedoogbesluit asielzoekers Brugstraat’’
    alsnog mondeling mag gaan stellen in de raad van 28 januari 2023.
    en gaat over tot de orde van de dag.

BEANTWOORDING RAADSVRAGEN OVER COMPENSATIE VAN HOGE ENERGIEKOSTEN VOOR BUURT -EN DORPSHUIZEN

22 maart 2023

De rijksoverheid heeft op 21-11-2022 bekend gemaakt dat gemeenten en provincies vanaf het voorjaar van 2023 structureel extra middelen krijgen om publieke en maatschappelijke voorzieningen te compenseren voor hoge kosten. Het gaat bij deze prijsbijstelling jaarlijks in totaal om zo’n € 300 miljoen voor de periode 2023-2025; voor 2026 en 2027 loopt dat bedrag naar verwachting op tot circa € 400 miljoen. Minister Hanke Bruins Slot (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties): “Met deze middelen hebben gemeenten en provincies de mogelijkheid om voorzieningen met een maatschappelijke functie extra te ondersteunen als dat nodig is. Denk bijvoorbeeld aan buurt- en dorpshuizen die te maken hebben gekregen met hoge energiekosten. Het is aan gemeenten en provincies aan welke maatschappelijke voorzieningen ze dit geld willen besteden.”

Beantwoording raadsvragen over compensatie van hoge energiekosten voor buurt -en dorpshuizen

Aan: Harrie Korte, fractie Partij Vrij Almelo

Geachte heer Korte,

In uw brief van 28 februari 2023 stelt u namens de raadsfractie van de PVA vragen over de structurele extra middelen die het Rijk vanaf voorjaar 2023 aan gemeenten en provincies verstrekt om publieke en maatschappelijke voorzieningen te compenseren voor hoge energiekosten.

Hieronder beantwoorden wij uw vragen.

Vraag 1.

Bent u op de hoogte van deze regeling?

Antwoord:

Ja, we zijn op de hoogte dat het Rijk bij de meicirculaire 2023 van het gemeentefonds extra accres gaat uitkeren vanwege de hogere inflatie in 2022 dan was voorzien.

Vraag 2.

Wilt u deze middelen van 2023-2027 beschikbaar stellen voor buurt- en dorpshuizen?

Antwoord:

Dit extra accres komt terecht in het gemeentefonds en is daardoor vrij te besteden. Gemeenten kunnen voor het jaar 2023 zelf keuzes maken om lokaal aanvullende maatregelen te nemen waar dat nodig blijkt. Zoals gebruikelijk wordt u na publicatie van de meicirculaire nader door ons geïnformeerd.

Vraag 3.

Is er een overzicht van buurt- en dorpshuizen die hiervoor in aanmerking komen?

Antwoord:

Het gaat om de volgende buurt- en dorpshuizen: de wijkaccommodaties die vallen onder het beheer van Accres (De Schelf, MFA Eninver, De Driehoek, Goossenmaat, Mölln’wiek en De Schöppe) en daarnaast de Trefhoek, ’t Dok, het Brookshoes en het Aahoes.

Vraag 4.

Als een buurt- of dorpshuis in de problemen is door hoge energielasten, waar kunnen ze zich dan melden om voor deze regeling in aanmerking te komen?

Antwoord:

Een buurt- of dorpshuis dat problemen ervaart door hoge energielasten kan zich bij de gemeente melden. Zoals dit ook nu al gebeurt. Per individuele situatie bekijken we wat we kunnen doen.

Hoogachtend,

Burgemeester en Wethouders van Almelo,
de secretaris, de burgemeester,

F.W. van Ardenne

A.J. Gerritsen

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN ‘HOE BEREIK IK DE WIJKAGENT?’

10 maart 2023

Geacht college,

Vanuit verschillende wijken bereikten ons signalen over de (moeilijke) bereikbaarheid van de wijkagent. Dit leidt tot frustratie bij de beller die de moeite neemt gevaarlijke situaties te melden.

Wij (Partij Vrij Almelo) namen de proef op de som: na het bellen van het landelijke 0900-8844-nummer kregen wij te horen dat de wijkagent per e-mail wordt gewaarschuwd. Wanneer wij antwoord zouden krijgen kon de telefoniste niet beantwoorden.

Het landelijke nummer werd ingevoerd om de service aan de burger te vergroten, maar wij ondervonden zelf dat daar weinig van is te merken.

Vragen behandeld door Team Veiligheid

Beantwoording schriftelijke vragen Partij Vrij Almelo met als onderwerp ‘Hoe bereik ik de wijkagent?’

Geachte heer De Olde,

Namens de fractie Partij Vrij Almelo heeft u op 9 februari 2023 schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld met als onderwerp ‘Hoe bereik ik de wijkagent?’. Gelet op de bepalingen in de Politiewet 2012 worden deze vragen niet beantwoord door het college van burgemeester en wethouders, maar door de burgemeester.

Hieronder treft u de antwoorden op uw vragen aan.

Vraag 1.

Kent het college de signalen over de lastige bereikbaarheid van de wijkagent?

Antwoord:

Deze signalen zijn mij bekend. Er is op dit moment sprake van capaciteitsgebrek bij de politie en dit is met name voelbaar in de basisteams waarbinnen ook de wijkagenten werkzaam zijn. De krapte wordt veroorzaakt door een combinatie van de huidige bezettingsgraad (waarbij er sprake is van een hoge uitstroom door vergrijzing) en de inzet ten behoeve van onontkoombare taken zoals bewaken en beveiligen en grootschalig optreden (bij grootschalig optreden kan onder andere gedacht worden aan de inzet van de Mobiele Eenheid). Dat heeft onvermijdelijk gevolgen voor de zichtbaarheid van de politie in de wijken en de beschikbaarheid van wijkagenten. Daar is de politie transparant over. Ik hecht er wel aan te benadrukken dat de wijkagent niet de enige politiemedewerker is die werkzaam is in de wijk. De wijkagent staat dus niet alleen; binnen de politie zet het hele (wijk)team zich in voor de wijk.

Vaag 2.

Wat vindt het college daarvan?

Antwoord:

Ook ik zou graag zien dat wijkagenten beter bereikbaar en meer beschikbaar zijn voor hun wijk dan nu het geval is. Tegelijkertijd constateer ik wel dat er binnen de politie hard wordt gewerkt aan vergroting van de beschikbare capaciteit. Men is bezig met uitbreiding van de personele formatie van de basisteams, de opleidingscapaciteit wordt maximaal benut en er wordt geïnvesteerd in specifieke capaciteit voor onder meer bewaken en beveiligen, zodat er een minder groot beroep hoeft te worden gedaan op ondersteuning vanuit de basisteams. Het kost echter tijd voordat de resultaten van deze inspanningen zichtbaar worden. Naar verwachting komen formatie en bezetting vanaf 2025 weer in balans.

Vraag 3.

Wil het college actie ondernemen om de bereikbaarheid te verbeteren?

Antwoord:

Als burgemeester heb ik het gezag over de politie waar het gaat om de handhaving van de openbare orde en hulpverleningstaken. De uitbreiding van de politiecapaciteit en het verbeteren van de beschikbaarheid/bereikbaarheid van wijkagenten zijn echter beheersmaatregelen waar de korpschef voor verantwoordelijk is. De korpschef legt hier verantwoording over af aan de minister van Justitie en Veiligheid. Als burgemeester heb ik hier dus geen rol in. De capacitaire knelpunten zijn overigens zeer goed bekend bij de korpschef en de minister van Justitie en Veiligheid. Zoals bij de beantwoording van vraag 2 aangegeven worden er inmiddels ook stevige inspanningen verricht om de politiecapaciteit te vergroten.

Vraag 4.

Bent u met ons van mening dat de wijkagent een spilfunctie vervult in het verbeteren van de veiligheid in wijken en buurten?

Antwoord:

De wijkagent heeft een belangrijke rol als het gaat om het bevorderen van de veiligheid en leefbaarheid in wijken en buurten. Zoals bij de beantwoording van vraag 1 aangegeven staat de wijkagent daarbij echter niet alleen; het hele (wijk)team van de politie is in het kader van gebiedsgebonden politiezorg werkzaam in de wijken en buurten van Almelo. Daarnaast moet worden opgemerkt dat het bevorderen van de veiligheid en leefbaarheid in wijken en buurten niet alleen een taak is van de politie. Ook gemeentelijke boa’s, toezichthouders en andere netwerkpartners zetten zich hier dagelijks voor in.

Vraag 5.

Wat is uw beleid aangaande de fysieke bereikbaarheid van wijkagenten?

Antwoord:

Het is niet aan mij om beleid te ontwikkelen ten aanzien van de fysieke bereikbaarheid van wijkagenten. Het organiseren van de bereikbaarheid van wijkagenten is, zoals bij de beantwoording van vraag 3 al aangegeven, formeel een taak van de korpschef onder (politieke) verantwoordelijkheid van de minister van Justitie en Veiligheid. Uiteraard heb ik in de praktijk wel goed overleg met de teamleiding van politie voor wat betreft de (fysieke) bereikbaarheid van de politie en meer specifiek de wijkagenten.

Vraag 6.

Herkent het college het beeld dat de wijkagent in Almelo te weinig op straat en in de wijken aanwezig is?

Antwoord:
Zie de beantwoording van vraag 1.

Hoogachtend, de burgemeester,

A.J. Gerritsen

BEANTWOORDING VRAGEN ‘MEER PRIORITEIT VOOR BESTRIJDING DIERENMISHANDELING’

Foto: Partij Vrij Almelo

Sinds het aantreden (2010) van de Partij Vrij Almelo in de gemeenteraad van Almelo heeft de partij het dierenwelzijn hoog in haar vaandel staan en vond zij het noodzakelijk dat de gemeente een wethouder met dierenwelzijn in haar portefeuille benoemt en een dierenwelzijnsbeleid ontwikkeld. 

Geacht college,

De Partij Vrij Almelo vindt dat de bestrijding van dierenmishandeling en -verwaarlozing te weinig prioriteit krijgt. Dierenbeulen kunnen nog steeds hun gang gaan met het mishandelen en het verwaarlozen van dieren voordat er wordt ingegrepen. De Partij Vrij Almelo wil dat er meer voorrang wordt gegeven aan het opsporen, temeer omdat er vaak een verband bestaat tussen huiselijk geweld en de mishandeling van dieren.

Uit diverse berichtgeving vernemen wij dat de politie de kleine criminaliteit laat schieten wegens gebrek aan mankracht: kleine inbraken zoals oplichting en dierenmishandeling. In deze zaken steekt de politie Oost Nederland voortaan weinig tot geen energie meer.  


Geachte heer De Olde,

Namens de fractie Partij Vrij Almelo heeft u op 3 februari 2023 schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld met als onderwerp ‘Meer prioriteit voor bestrijding dierenmishandeling’. Gelet op de bepalingen in artikel 13 van de Politiewet 2012 worden deze vragen niet beantwoord door het college van burgemeester en wethouders, maar door de burgemeester.

Ik constateer dat de vragen 1 tot en met 8 identiek zijn aan de vragen die door het Tweede Kamerlid Wassenberg (PvdD) op 3 februari 2023 gesteld zijn aan de minister van Justitie en Veiligheid. De vragen van de heer Wassenberg zijn nog niet beantwoord door de minister van Justitie en Veiligheid, maar dat staat de beantwoording van uw vragen door mij niet in de weg. Hieronder treft u daarom mijn antwoorden op uw vragen aan.


Vraag 1.

Bent u op de hoogte van het besluit van Politie Oost-Nederland om voortaan weinig tot geen energie te steken in het aanpakken van ‘kleine’ criminaliteit, waaronder dierenmishandeling?

Antwoord:

Ik ben op de hoogte van het feit dat de politie-eenheid Oost Nederland en het Openbaar Ministerie Oost Nederland het Operatíoneel handvat selectiviteit en vroegtíjdige beëindigen in VVGzaken” (hierna: ‘handvat selectiviteit’) hebben opgesteld. In het handvat selectiviteit staat opgenomen dat zaken die betrekking hebben op dierenmishandeling, evenals een aantal andere vormen van veelvoorkomende criminaliteit, in aanmerking komen om wegens capaciteitsoverwegingen vroegtijdig te worden beëindigd. Het handvat selectiviteit geeft echter alleen richting en heeft geen dwingend kader. Als de opsporingsinspanning gering is en in verhouding staat tot het gepleegde delict, kan een delict dat vermeld staat in het handvat selectiviteit bij voldoende capaciteit wel degelijk strafrechtelijk opgepakt worden. Dat geldt ook voor een situatie waarbij er sprake is van maatschappelijke impact en/of een significant veiligheidsprobleem. VVC staat voor veelvoorkomende criminaliteit. Ik wil benadrukken dat selectiviteit en vroegtijdig beëindigen van VVC-zaken niet iets nieuws is. Het is van alle tijden dat de politie en het Openbaar Ministerie (hierna: ‘OM’) geconfronteerd worden met een veelheid aan strafbare feiten, terwijl de beschikbare opsporings- en vervolgingscapaciteit in de keten beperkt is. Daarom is het voor politie en OM van belang om keuzes te maken.

Vraag 2.

Klopt het dat dit besluit is genomen door het Openbaar Ministerie samen met Politie Oost- Nederland? Zo ja, wat vindt u hiervan?

Antwoord:

Het gaat niet om een dwingend besluit, maar om een handvat (een leidraad). Het handvat selectiviteit is, zoals bij de beantwoording van vraag 1 reeds aangegeven, inderdaad opgesteld door de politie-eenheid Oost Nederland en het OM Oost Nederland. Gelet op de bepalingen in artikel 12 van de Politiewet 2012 vind ik het vanuit staatsrechtelijk perspectief correct dat het OM dit document heeft opgesteld (samen met de politie). Daarnaast vind ik het in het licht van de schaarse opsporings- en vervolgingscapaciteit begrijpelijk dat politie en OM keuzes maken in de VVC-zaken die zij oppakken.

Vraag 3.

Deelt u de verontwaardiging van de burgemeesters in Oost-Nederland over dit besluit? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:

Ik ben niet verontwaardigd over het feit dat het handvat selectiviteit is opgesteld door de politie-eenheid Oost Nederland en het OM Oost Nederland. Dat de politie-eenheid Oost Nederland en het OM Oost Nederland het handvat selectiviteit hebben opgesteld vloeit immers voort uit de wettelijke taken van beide organisaties en de dagelijkse realiteit waar zij mee te maken hebben. Desalniettemin ben ik, net als veel andere burgemeesters, van mening dat het beter geweest zou zijn als de burgemeesters in Oost Nederland (Overijssel en Gelderland) eerder geïnformeerd zouden zijn over de inhoud van het handvat selectiviteit en het besluitvormingsproces daaromtrent.

Vraag 4.

Is het juist dat er nog een definitieve versie van het besluít komt, waarbij burgemeesters wel worden betrokken?

Antwoord:

Het handvat selectiviteit is nog niet definitief vastgesteld. Het wordt momenteel besproken in de 5 districtelijke veiligheidsoverleggen in Oost Nederland. Daarna kan het (indien gewenst) ook nog in de lokale gezagsdriehoeken worden besproken.

Vraag 5.

Wat vindt u ervan dat de politie dusdanige ondercapaciteit heeft dat agenten worden opgeroepen geen tijd meer te steken in de aanpak van dierenmishandeling?

Antwoord:

De situatie is niet zo zwart-wit als in deze vraag gesteld wordt. Politieambtenaren worden niet expliciet opgeroepen om geen tijd meer te steken in de aanpak van dierenmishandeling. Zoals bij de beantwoording van vraag 1 reeds aangegeven staat in het handvat selectiviteit opgenomen dat zaken die betrekking hebben op dierenmishandeling in aanmerking komen om wegens capaciteitsoverwegingen vroegtijdig te worden beëindigd. Als de opsporingsinspanning gering is en in verhouding staat tot het gepleegde delict, kan een dierenmishandelingszaak bij voldoende capaciteit echter weidegelijk strafrechtelijk worden opgepakt. Een zaak die betrekking heeft op dierenmishandeling kan ook worden opgepakt wanneer het gaat om een delict met maatschappelijke impact.

Vraag 6.

Deelt u de mening dat dierenmishandeling niet in algemene zin als kleine criminaliteit’ kan worden beschouwd, aangezien er grote variatie bestaat in de aard van de mishandeling, de ernst en de frequentie ervan en de intenties van de dader(s)? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:

Ik deel uw mening dat dierenmishandeling niet in algemene zin als ‘kleine criminaliteit’ beschouwd kan worden. De impact van dierenmishandeling kan immers groot zijn. Ik wil echter benadrukken dat dierenmishandeling in het handvat selectiviteit ook niet betiteld wordt als ‘kleine criminaliteit’. Het handvat selectiviteit gaat over VVC-zaken en biedt de politie een leidraad bij het maken van keuzes, met name daar waar sprake is van zaken met een geringe impact. Het is voor de politie altijd mogelijk om in overleg met de officier van justitie een zaak wel op te pakken als dat nodig is. Bijvoorbeeld vanwege de aard van het incident, impact op het slachtoffer of de noodzaak vanwege de lokale context.

Vraag 7.

Bent u bekend met de relatie tussen dierenmishandeling en huiselijk geweld in de onderzoeken waaruit blijkt dat daders van dierenmíshandeling vaak ook geweld tegen mensen (gaan) vertonen?

Antwoord:

Ik ben bekend met een tweetal onderzoeken (waar ook in de vragen van het Tweede Kamerlid Wassenberg naar wordt verwezen) waaruit blijkt dat er een verband bestaat tussen dierenmishandeling en interpersoonlijk geweld. Ik hecht er echter aan te benoemen dat in beide onderzoeken geconcludeerdwordt dat er weliswaar sprake is van een verband, maar dat niet duidelijk is hoe sterk dit verband is. Geweld tegen dieren kan gezien worden als een risicofactor voor ander delictgedrag, maar dierenmishandeling op zich is niet bepalend voor het plegen van gewelddadig gedrag tegen mensen; ook andere risicofactoren kunnen een rol spelen.

Vraag 8.

Deelt u de visie dat het tegengaan van dierenmishandeling en het tijdig signaleren van daders niet alleen in het ,belang is van dieren, maar ook een belangrijk onderdeel is van het tegengaan van geweld tegen mensen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:

Zoals bij de beantwoording van vraag 7 reeds aangegeven is dierenmishandeling op zich niet alleen bepalend voor het plegen van gewelddadig gedrag tegen mensen. Desalniettemin ben ik wel van mening dat het voorkomen en tegengaan van dierenmishandeling belangrijk is. In dat kader wil ik benadrukken dat het essentieel is dat er altijd aangifte wordt gedaan of een melding wordt gemaakt bij de politie bij constatering van dierenmishandeling. Hoewel dit dus niet altijd zal leiden tot een strafrechtelijk onderzoek en een veroordeling van een verdachte, helpt dit wel om beter zicht te krijgen op individuen die risicovol gedrag vertonen/ontwikkelen. Hierdoor kan ook sneller worden ingezet op alternatieve interventies zoals hulpverlening, met als doel herhaling of verergering van de problematiek te voorkomen.

Vraag 9.

Deelt u ons standpunt dat de politie meer capaciteit vrij moet maken voor het opsporen, vervolgen en bestraffen pan dierenmishandeling? Zo ja, op welke manier gaat u dit doen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:

Dit standpunt deel ik niet. Gelet op de schaarse capaciteit moeten de politie en het OM scherpe keuzes maken als het gaat om zaken die wel e.n niet worden opgepakt. Dat de politie-eenheid Oost Nederland en het OM Oost Nederland VVC-zaken die betrekking hebben op dierenmishandeling (waarbij sprake is van geringe impact) niet meer standaard een strafrechtelijk vervolg willen geven, respecteer ik.

Vraag 10.

Is het collge met de Partij Vrij Almeo eens dat het melden en handhaven te wensen overlaat en dat er een daadkrachtig systeem dient te komen waarin snelle opsporing en handhaving centraal staat?

Antwoord:

Dit ben ik niet met u eens. Binnen de politie is het taakaccent ‘Dieren’ goed ingebed. Daarnaast wordt er door de politie nauw samengewerkt met netwerkpartners, zoals (gemeentelijke) boa’s, de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteiten de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming. Ook is er nauw contact met de dierenambulance, asielen en dierenartsen. Vanuit deze partners komen ook meldingen.

Vraag 11

Wordt dierenmishandeling geregistreerd door Almelose dieren instellingen zoals de dierenbescherming, dierenambulance en doorgemeentelijke instellingen waarin opsporing en handhaving centraal staat?

Antwoord:

Net als de politie registreren ook de boa’s van de gemeente Almelo strafbare feiten zoals dierenmishandeling. Ik heb geen zicht op de wijze waarop (een signaal van) dierenmishandeling wordt geregistreerd door andere organisaties, maar zoals bij de beantwoording van vraag 10 aangegeven is er sprake van nauwe samenwerking tussen de politie en andere organisaties die zich bezighouden met dierenwelzijn.

Hoogachtend,

De burgemeester,

A.J. Gerritsen

SCHRIFTELIJKE VRAGEN: BUURT- EN DORPSHUIZEN COMPENSEREN VOOR HOGE KOSTEN

Schriftelijke vragen aan het college van B&W

Onderwerp: buurt- en dorpshuizen compenseren voor hoge energiekosten

Almelo, 28 februari 2023

Geacht college,

De rijksoverheid heeft op 21-11-2022 bekend gemaakt dat gemeenten en provincies vanaf het voorjaar van 2023 structureel extra middelen krijgen om publieke en maatschappelijke voorzieningen te compenseren voor hoge kosten. Het gaat bij deze prijsbijstelling jaarlijks in totaal om zo’n € 300 miljoen voor de periode 2023-2025; voor 2026 en 2027 loopt dat bedrag naar verwachting op tot circa € 400 miljoen. Minister Hanke Bruins Slot (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties): “Met deze middelen hebben gemeenten en provincies de mogelijkheid om voorzieningen met een maatschappelijke functie extra te ondersteunen als dat nodig is. Denk bijvoorbeeld aan buurt- en dorpshuizen die te maken hebben gekregen met hoge energiekosten. Het is aan gemeenten en provincies aan welke maatschappelijke voorzieningen ze dit geld willen besteden.”

Naar aanleiding daarvan vraagt de fractie Partij Vrij Almelo het college van burgemeester en wethouders:

  1. Bent u op de hoogte van deze regeling?
  2. Wilt u deze middelen van 2023-2027 beschikbaar stellen voor buurt- en dorpshuizen?
  3. Is er een overzicht van buurt- en dorpshuizen die hiervoor in aanmerking komen?
  4. Als een buurt- of dorpshuis in de problemen is door hoge energielasten, waar kunnen ze zich dan melden om voor deze regeling in aanmerking te komen?

Wij zien de beantwoording van de vragen graag tegemoet.

Namens de fractie Partij Vrij Almelo,

Harrie Korte

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN INZAKE OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID

Behandeld door Team Veiligheid

Datum 23 februari 2023

Geachte heer De Olde,

Namens de fractie Partij Vrij Almelo heeft u op 1 februari 2023 schriftelijke vragen aan de burgemeester gesteld over het onderwerp openbare orde en veiligheid en meer specifiek over wapenbezit en wapengeweld. Middels deze brief beantwoord ik deze vragen.

Vraag 1.

Is op grond van de nu al bekende gegevens over 2022 per saldo sprake van een toename ten opzichte van eerdere jaren van wapengeweld en/of wapenbezit in Almelo, en kan aan de raad een overzicht worden verstrekt van het aantal geregistreerde gevallen over de laatste vijf jaren?

Antwoord:

Bij de beantwoording van deze vraag is uitgegaan van politieregistraties die betrekking hebben op de volgende categorieën:

F70 Bezit vuurwapens;

F71 Handel vuurwapens;

F72 Bezit overige wapens;

F73 Handel overige wapens (hier valt bijvoorbeeld ook pepperspray onder).

Deze selectie leidt tot het volgende overzicht voor de gemeente Almelo:

Aantal incidenten F70, F71, F72, F73

2018: 36 – 2019: 41 – 2020: 37 – 2021: 34 – 2022: 49 – Totaal 197.

Bovenstaande overzicht Iaat een stijging zien in 2022 als het gaat om wapenbezit en wapenhandel in de gemeente Almelo. Hieruit zijn echter geen conclusies te trekken over wapengeweld, aangezien het bij de categorieën F70, F71, F72 en F73 (bezit en handel) over het algemeen niet gaat om wapengeweld. Wapengeweld wordt niet als aparte categorie geregistreerd door de politie, maar kan wel geregistreerd zijn binnen bijvoorbeeld de categorieën bedreiging of mishandeling. Een zoekslag hiernaar heeft echter geen betrouwbare resultaten opgeleverd.

Vraag 2.

Welke categorieën van criminaliteit worden in de gemeente Almelo statistisch geregistreerd, door welke instanties, en kan per categorie totaaloverzicht worden verstrekt over wederom de laatste vijf jaar? indien en voorzover ontkennend wordt beantwoord, welke redenen liggen hieraan ten grondslag?

Antwoord:

Criminaliteit wordt geregistreerd door de politie. Op de website data.politie.nl is te zien onder welke categorieën de door de politie geconstateerde criminaliteit wordt geregistreerd. Op deze website kunnen de criminaliteitscijfers ook per gemeente bekeken worden vanaf het jaar 2012. Ik volsta daarom met een verwijzing naar deze website.

Vraag 3.

Was er bij geweldsdelicten waarbij wapens werden betrokken sprake van enige relatie met alcohol of drugsgebruik?

Antwoord:

Dit is niet te achterhalen. Een relatie tussen wapengeweld en alcohol- en/of drugsgebruik wordt niet als zodanig geregistreerd door de politie (en is in de praktijk ook niet altijd waarneembaar of getoetst met een alcohol- of drugstest). Een zoekslag door de politie naar alle registraties waarin zowel het woord ‘wapen’ als de woorden ‘alcohol’ of ‘drugs’ en de plaats Almelo voorkomen, leidt tot zeer veel resultaten. Deze resultaten zouden stuk voor stuk geanalyseerd moeten worden om te achterhalen of de betrokkenheid van het wapen in relatie staat tot alcohol- en/of drugsgebruik en of het incident daadwerkelijk in Almelo heeft plaatsgevonden. Los van het feit dat dit voorde politie niet haalbaar is, is op voorhand niet te zeggen dat dit zou leiden tot een betrouwbare beantwoording van de gestelde vraag.

Vraag 4.

Welke maatregelen gaat het collge treffen om het toenemende messenbezit en gebruik onder jongeren in de gemeente Almelo tegen te gaan?

Antwoord:

Om te bepalen of erin Almelo sprake is van toenemend messenbezit onder jongeren, is er binnen de categorieën F70, F71, F72 en F73 gezocht naar registraties die betrekking hebben op minderjarigen (in de rol van verdachte) waarbij het wapentype een steekwapen betreft. Dit leidt tot de volgende aantallen:

Aantal incidenten F70, F71, F72, F73 waarbij een steekwapen is betrokken en met een minderjarige als verdachte:

2018: 2 – 2019: 1 -2020: 1 – 2021: 0 – 2022: 3 – Totaal: 7.

Met betrekking tot het jaar 2018 moet worden vermeld dat niet verder kon worden teruggekeken dan 1 maart 2018, omdat het bij deze analyse niet mogelijk is om meer dan 5 jaar terug te kijken.

Gelet op de lage aantallen in dit overzicht is niet te concluderen dat het messenbezit onder jongeren in de gemeente Almelo toeneemt. De politie ontvangt echter wel ‘zachte’ informatie uit contacten met jongeren waaruit blijkt dat het onderwerp messenbezit leeft. Deze signalen zijn echter niet uit te drukken in concrete cijfers of hotspots binnen de gemeente Almelo.

Desalniettemin neem ik, maar ook het college van burgemeester en wethouders, deze signalen wel zeer serieus. In dat kader kan ik het volgende melden:

Binnen het programma Zorg en Veiligheid wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan het thema Jeugd en Veiligheid. Voor dit thema wordt een sluitende aanpak ontwikkeld met 4 pijlers, te weten: preventie, signalering, interventies en monitoring/borging. Binnen deze pijlers is er inzet op verschillende onderwerpen, waaronder wapenbezit onder jongeren. Een concreet voorbeeld van een actie daarbij is de campagne ‘You Choose’, waarbij jongeren worden voorgelicht over de risico’s van wapenbezit. Ook wordt in deze campagne uitgedragen dat jongeren zich beter kunnen richten op talentontwikkeling.

Verder worden signalen van wapenbezit gedeeld en verrijkt door de betrokken ketenpartners binnen het vroegsignaleringsoverleg. Daarbij worden indien nodig interventies ingezet zoals het Basta-traject. Wanneer jongeren al strafbare feiten hebben gepleegd kunnen zij ook besproken worden in het Justitieel Overleg Risicojongeren.

Vraag 5.

Welke mogelijkheden ziet de burgemeester om binnen de gemeente (tijdelijk) delen van de gemeente aan te wijzen als veiligheidsrisícogebied om preventief fouilleren mogelijk te maken en dit na een jaar te evalueren?

Antwoord:

Op grond van artikel 151b van de Gemeentewet in samenhang bezien met artikel 2:76 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Almelo 2021 ben ik bevoegd om bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied aan te wijzen als veiligheidsrisicogebied. Wanneer ik een gebied heb aangewezen als veiligheidsrisicogebied kan de officier van justitie de politie vervolgens het
bevel geven om iedereen binnen dit gebied preventief te fouilleren.
Van verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens of ernstige vrees voor
het ontstaan daarvan is in Almelo momenteel echter geen sprake aangezien:

  • de politie de afgelopen jaren slechts een beperkt aantal incidenten met wapens heeft geconstateerd;
  • deze incidenten verspreid over de gemeente Almelo hebben plaatsgevonden;
  • er momenteel geen feiten en omstandigheden zijn die maken dat de openbare orde wordt verstoord of dreigt te worden verstoord door de aanwezigheid van wapens. Dit maakt dat er voor mij nu geen aanleiding is, maar ook geen mogelijkheid is, om een veiligheidsrisicogebied aan te wijzen.

Vraag 6.

Bent u tevens bereid om deze gebieden eventueel uit te ,breiden met scholen voor ,beroeps-
en voortgezet onderwijs?

Antwoord:

Zoals aangegeven bij de beantwoording van vraag 5 is het aanwijzen van een veiligheidsrisicogebied op dit moment niet aan de orde. Met betrekking tot scholen kan echter wel vermeld worden dat de politie in 2022 op twee middelbare scholen preventieve controles op wapenbezit heeft uitgevoerd in samenwerking met deze scholen.

Vraag 7.

Vindt u niet dat deze actie mogelijkheden biedt om zicht te krijgen op groepen jongeren met wapens?

Antwoord:

Het doel van het aanwijzen van een veiligheidsrisicogebied is wapenbezit tegen te gaan in het belang van de openbare orde. Het verkrijgen van zicht op groepen jongeren met wapens kan daarom geen reden zijn voor mij om een veiligheidsrisicogebied aan te wijzen en kan evenmin een reden zijn voor de officier van justitie om de politie te gelasten binnen dit gebied jongeren preventief te fouilleren zonder dat er sprake is van een concrete verdenking.
Daarnaast zijn de wettelijke bepalingen, die gelden voor de aanwijzing van een veiligheidsrisicogebied en een bevel tot preventief fouilleren, zodanig dwingend en beperkend dat deze bevoegdheden van mij respectievelijk de officier van justitie vanuit praktisch oogpunt überhaupt niet geschikt zouden zijn om goed zicht te krijgen op wapenbezit onder (groepen) jongeren.

Vraag 8.

Hoe wordt nu opgetreden in Almelo tegen jongeren die een mes of ander steekwapen in bezit hebben en hoe zijn de ouders hierin betrokken?

Antwoord:

Wanneer de politie een wapen bij een jongere aantreft wordt dit in beslag genomen en kan de jongere, afhankelijk van de feiten en omstandigheden, ook worden aangehouden en verhoord. Door de officier van justitie wordt vervolgens een besluit genomen over het strafrechtelijk vervolg. Wanneer het om een minderjarige gaat zullen de ouders / wettelijk vertegenwoordigers altijd door de politie worden geïnformeerd over het aantreffen van het wapen.

Hoogachtend,

de burgemeester,

A.J. Gerritsen

SCHRIFTELIJKE VRAGEN OVER (HARDNEKKIGE) BURENOVERLAST

Almelo, 16 februari 2023
Buurtbemiddeling

Geacht college,

Ondanks de inzet van buurtbemiddeling zijn er signalen van toenemende burenoverlast in Almelo. Variërend van geluidsoverlast, en pesterijen tot aan intimidatie en handgemenen. Burenpesten is een fenomeen met onderschatte verwoestende kracht. Gedupeerden liggen er wakker van, zijn bang en voelen zich soms gedwongen te verhuizen. Verder heeft niemand er eigenlijk aandacht voor. Buren houden zich afzijdig en woningcorporaties, politie en gemeente laten stuk voor stuk afweten. Hoewel deze vaak complexe zaken niet door politieke partijen kunnen worden opgelost, is onze fractie wel van mening dat het college zich moet inspannen om te komen tot een oplossing in deze situaties. De Partij Vrij Almelo heeft al eens eerder (21 april 2021) vragen gesteld om op een doeltreffende manier burenruzies aan te pakken. Desondanks komen er bij de Partij Vrij Almelo nog steeds meldingen binnen over radeloze inwoners die overlast van buren of buurt ervaren.

Onze fractie heeft omtrent burenoverlast in Almelo de volgende vragen:

1. Hoeveel meldingen van burenoverlast heeft u sinds de oprichting van buurtbemiddeling op 1 september 2016 ontvangen? Wat was de aard van deze meldingen? Wat is er met deze meldingen gebeurd? Tot welke resultaten heeft dit geleid? 

2. Op welke wijze worden deze meldingen opgevolgd om de overlast te beëindigen en
te voorkomen dat dit in de toekomst weer plaatsvindt? 

3. Hoeveel casussen zijn momenteel in behandeling bij de gemeente waarvoor
buurtbemiddeling wordt ingezet? Hoeveel vrijwillige buurtbemiddelaars zijn er beschikbaar?

4. Wat gebeurt er als buurtbemiddeling niet mogelijk is doordat bewoners hier niet voor
openstaan ten gevolge van bijvoorbeeld intimidatie en/of dreiging met geweld en de overlast
vervolgens doorgaat? Welke middelen heeft u om alsnog in te grijpen? In hoeverre maakt u van
deze middelen gebruik?

5. Bent u op de hoogte dat de professionals van buurtbemiddeling zelf ook moeite hebben met
burenpesten doordat zij de inspanningsverplichting vaak bij de buren leggen?

6. In welke mate wijkt het huidige college af van de aanpak van het vorige college op het punt
van burenoverlast? Bent u voornemens om het bestaande beleid omtrent burenoverlast te
evalueren en waar mogelijk te verbeteren? 

7. We lezen dat met de woningbouwverenigingen en politie in Almelo concrete afspraken zijn
gemaakt over burenoverlast, onder meer over waar de verantwoordelijkheden liggen ten
aanzien van het oppakken van meldingen over burenoverlast, maar ook communicatie en
wanneer welke maatregelen worden genomen als het gaat om dreigende escalatie van
burenoverlast?

Graag zouden wij deze vragen beantwoord willen zien.

Namens fractie Partij Vrij Almelo,
Harry de Olde

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN INZAKE CAFÉ FLASHBACK EN CAMERATOEZICHT

De camera tegenover café Flashback

Behandeld door Team Veiligheid


Geachte heer De Olde,

Namens de fractie Partij Vrij Almelo heeft u op 26 januari 2023 schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders gesteld over Café Flashback en over cameratoezicht.

Gelet op de bepalingen in:

-artikel 174, eerste en derde lid, van de Gemeentewet in samenhang bezien met artikel 2:28, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Almelo 2021 (hierna: ‘APV’) en;

-artikel 151c van de Gemeentewet in samenhang bezien met artikel 2:77 van de APV;

worden deze vragen niet beantwoord door het college van burgemeester en wethouders, maar door de burgemeester.

Vraag 1.

Is het college het met ons eens dat teveel regeldruk en teveel verantwoordelijkheden voor deze ondernemer een ongewenst risico met zich meebrengt; namelijk dat zij het ondernemen niet meer ziet zitten en ermee wil stoppen?

Antwoord:
Ik kan geen uitspraken doen over de beleving en afwegingen van een individuele ondernemer. Ik hecht er echter wel aan te benadrukken dat het vaststellen, uitvoeren en handhaven van regelgeving geen doel op zich is, maar nadrukkelijk bedoeld is om de openbare orde, veiligheid en het woon- en leefklimaat te beschermen. Hiermee wordt het algemeen belang gediend.

Vraag 2.

Waarom heeft deze hardwerkende ondernemer een dwangsom opgelegd gekregen vanwege (volgens de gemeente) overlast gevende Heracles supporters die zich niet aan de regels houden, en hoe is gedocumenteerd en vastgesteld dat dit voornamelijk dan wel uitsluitend van deze groep afkomstig is?

Antwoord:
Over individuele handhavingszaken kunnen in deze openbare beantwoordingsbrief geen uitspraken worden gedaan.

Vraag 3.

Is het college bereid op het gebied van handhaving meer accent te leggen op de gebruiker in plaats van op de ondernemer? Oftewel ondersteun de ondernemer, en beboet de zich misdragende?

Antwoord:
Uiteraard wordt er handhavend opgetreden tegen horecabezoekers die zich misdragen, maar in het belang van de openbare orde, veiligheid en het woon- en leefklimaat is het ook noodzakelijk dat horeca-exploitanten zelf hun verantwoordelijkheid nemen en er proactief zorg voor dragen dat de voorschriften uit de exploitatievergunning worden nageleefd.

Wanneer er toch sprake is van overtreding van één of meer voorschriften uit de exploitatievergunning (of andere wet- en regelgeving), dan geldt er volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State ook een beginselplicht tot handhaving.

Vraag 4.

Aan de Grotestraat- Zuid is tegenover café Flashback een camera geïnstalleerd in de openbare ruimte (zie bijgevoegde foto). is het college bekend met deze camera? Zo ja, wat is het doel van deze camera, wanneer is die geïnstalleerd; ís deze tijdelijk en zo ja wanneer wordt deze weer verwijderd en op welke gronden acht het college de inzet hiervan proportioneel?

Antwoord:
De aanwezigheid van deze camera is bij mij bekend. Evenals de overige camera’s in het centrum van Almelo, ondersteunt deze camera de politie bij de daadwerkelijke handhaving van de openbare orde. Daarnaast kunnen de camerabeelden de politie helpen bij de opsporing van strafbare feiten. Op deze locatie (Grotestraat Zuid – Prinsenstraat) is reeds sinds 2017 sprake van cameratoezicht. De camera zoals weergegeven op de foto is in maart 2022 geïnstalleerd.

Het recentste aanwijzingsbesluit, dat ten grondslag ligt aan het cameratoezicht in het centrum van Almelo, geldt toten met 1 mei 2025. Het cameratoezicht is dus in beginsel tijdelijk, maar kan door mij verlengd worden op basis van een advies/analyse van de politie. Wanneer ik de incidenten in ogenschouw neem die zich, met name tijdens de horeca avonden/nachten, voordoen in het centrum van Almelo, dan concludeer ik dat het cameratoezicht noodzakelijk en ook proportioneel is.

Vraag 5.

Bent u het met ons eens dat bij het installeren bewakingscamera’s in de openbare ruimte uiterste terughoudendheid in acht genomen moet worden i.v.m met privacy en omdat bezoekers zichtbaar in beeld komen?

Antwoord:
Het besluit tot de inzet van cameratoezicht mag inderdaad niet lichtzinnig worden genomen. De inzet van cameratoezicht mag alleen indien dat in het belang van de handhaving van de openbare orde noodzakelijk is. In de aanwijzingsbesluiten van 1 februari 2017, 23 juni 2017 en 11 mei 2020, die ik heb genomen op grond van artikel 151c van de Gemeentewet in samenhang bezien met artikel 2:77 van de APV, heb ik dit gemotiveerd. Uit het oogpunt van zorgvuldigheid en transparantie heb ik ook de gemeenteraad geïnformeerd over de inzet van cameratoezicht (bij raadsbrieven van 9 februari 2017, 21 juni 2017 en 6 mei 2020).

Vraag 6.

Welke regels gelden voor het installeren en in gebruik nemen van surveillance en bewakingscamera’s in de openbare ruimte van de gemeente Almelo, en is de afweging tot plaatsing toetsbaar en beschikbaar voor de raad?

Antwoord:
De voorschriften die gelden voor de inzet van cameratoezicht in de openbare ruimte, zijn neergelegd in artikel 151c van de Gemeentewet. Ik volsta met een verwijzing naar dit artikel. De afweging op basis waarvan ik besloten heb om cameratoezicht in te zetten, is opgenomen in de aanwijzingsbesluiten van 1 februari 2017, 23 juni 2017 en 11 mei 2020. Deze aanwijzingsbesluiten zijn gepubliceerd en te vinden op de website officielebekendmakingen.nl.

Vraag 7.

Wordt de noodzaak voor geïnstalleerde en in werking zijnde camera’s regelmatig herbeoordeeld, met welke tijdsinterval en door wie? Kan deze periodieke evaluatie met de raad gedeeld worden? Indien ontkennend welke moverende redenen?

Antwoord:
Zoals hiervoor aangegeven geldt heft recentste aanwijzingsbesluit, dat ten grondslag ligt aan het cameratoezicht in het centrum van Almelo, toten met 1 mei 2025. Vóór deze datum zal het cameratoezicht geëvalueerd worden in samenwerking met de politie. Op basis van de evaluatie zal ik besluiten of het cameratoezicht verlengd zal worden na 1 mei 2025. De gemeenteraad zal hier, net als in 2017 en 2020, door mij over geïnformeerd worden.

Op dit moment kan ik u echter al aangeven dat, op basis van de rapportages die ik wekelijks ontvang, gesteld kan worden dat het cameratoezicht van grote meerwaarde is voor de handhaving van de openbare ordes-en-véiligheid. “.

Hoogachtend,
de burgemeester van AImelo,
..— ..~—‘~ r – – ~_

A.J. Gerritsen

Schriftelijke vragen aan college van B&W “Hoe bereik ik de wijkagent”

Geacht college,

Vanuit verschillende wijken bereikten ons signalen over de (moeilijke) bereikbaarheid van de wijkagent. Dit leidt tot frustratie bij de beller die de moeite neemt gevaarlijke situaties te melden.

Wij (Partij Vrij Almelo) namen de proef op de som: na het bellen van het landelijke 0900-8844-nummer kregen wij te horen dat de wijkagent per e-mail wordt gewaarschuwd. Wanneer wij antwoord zouden krijgen kon de telefoniste niet beantwoorden.

Het landelijke nummer werd ingevoerd om de service aan de burger te vergroten, maar wij ondervonden zelf dat daar weinig van is te merken.

Wij hebben de volgende vragen:

  1. Kent het college de signalen over de lastige bereikbaarheid van de wijkagent?
  2. Wat vindt het college daarvan?
  3. Wil het college actie ondernemen om de bereikbaarheid te verbeteren?
  4. Bent u met ons van mening dat de wijkagent een spilfunctie vervult in het verbeteren van de veiligheid in wijken en buurten?
  5. Wat is uw beleid aangaande de fysieke bereikbaarheid van wijkagenten?
  6. Herkent het college het beeld dat de wijkagent in Almelo te weinig op straat en in de wijken aanwezig is?

De Partij Vrij Almelo ziet graag de beantwoording van de vragen tegemoet.

Met vriendelijke groet,

Namens fractie Partij Vrij Almelo,

Harry de Olde

Schriftelijke vragen aan college van B&W over dierenmishandeling en -verwaarlozing

Almelo, 6 februari 2023

Geacht college,

De Partij Vrij Almelo vindt dat de bestrijding van dierenmishandeling en -verwaarlozing te weinig prioriteit krijgt. Dierenbeulen kunnen nog steeds hun gang gaan met het mishandelen en het verwaarlozen van dieren voordat er wordt ingegrepen. De Partij Vrij Almelo wil dat er meer voorrang wordt gegeven aan het opsporen, temeer omdat er vaak een verband bestaat tussen huiselijk geweld en de mishandeling van dieren.

Uit diverse berichtgeving vernemen wij dat de politie de kleine criminaliteit laat schieten wegens gebrek aan mankracht: kleine inbraken zoals oplichting en dierenmishandeling. In deze zaken steekt de politie Oost Nederland voortaan weinig tot geen energie meer.  

De Partij Vrij Almelo heeft de volgende vragen:

  1. Bent u op de hoogte van het besluit van Politie Oost-Nederland om voortaan weinig tot geen energie te steken in het aanpakken van ‘kleine’ criminaliteit, waaronder dierenmishandeling?
  2. Klopt het dat dit besluit is genomen door het Openbaar Ministerie samen met Politie Oost-Nederland? Zo ja, wat vindt u hiervan?
  3. Deelt u de verontwaardiging van de burgemeesters in Oost-Nederland over dit besluit? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
  4. Is het juist dat er nog een definitieve versie van het besluit komt, waarbij burgemeesters wel worden betrokken?
  5. Wat vindt u ervan dat de politie dusdanige ondercapaciteit heeft dat agenten worden opgeroepen geen tijd meer te steken in de aanpak van dierenmishandeling?
  6. Deelt u de mening dat dierenmishandeling niet in algemene zin als ‘kleine criminaliteit’ kan worden beschouwd, aangezien er grote variatie bestaat in de aard van de mishandeling, de ernst en de frequentie ervan en de intenties van de dader(s)? Zo nee, waarom niet?
  7. Bent u bekend met de relatie tussen dierenmishandeling en huiselijk geweld en de onderzoeken waaruit blijkt dat daders van dierenmishandeling vaak ook geweld tegen mensen (gaan) vertonen?
  8. Deelt u de visie dat het tegengaan van dierenmishandeling en het tijdig signaleren van daders niet alleen in het belang is van dieren, maar ook een belangrijk onderdeel is van het tegengaan van geweld tegen mensen? Zo nee, waarom niet?
  9. Deelt u ons standpunt dat de politie meer capaciteit vrij moet maken voor het opsporen, vervolgen en bestraffen van dierenmishandeling? Zo ja, op welke manier gaat u dit doen? Zo nee, waarom niet? 
  10. Is het college met de Partij Vrij Almelo eens dat het melden en handhaven te wensen overlaat en dat er een daadkrachtig systeem dient te komen waarin snelle opsporing en handhaving centraal staat?
  11. Wordt dierenmishandeling geregistreerd door Almelose dieren instellingen zoals de dierenbescherming, dierenambulance en door gemeentelijke instellingen waarin opsporing en handhaving centraal staat?

Beantwoording van de vragen zien wij graag tegemoet.

Met vriendelijke groet,

namens fractie Partij Vrij Almelo

Harry de Olde.

Schriftelijke vragen over jeugdzorg in Almelo

Almelo, 3 februari 2023

Geacht college,

De financiële problematiek van de jeugdzorg wordt jaarlijks onverminderd groter. Gemeenten zijn nog steeds verantwoordelijk voor alle jeugdhulp. Het punt van de beperking van de reikwijdte staat nog steeds op de agenda en is nu dus ook in de Miljoenennota 2023 aan de orde gekomen (prinsjesdag 2022). Nu wél met de mededeling dat de reikwijdte van de jeugdhulpplicht ingeperkt moet worden. Wij vragen ons af wat de consequenties hiervan zullen zijn voor de jeugdzorg in Almelo.

Duidelijk is dat de transitie van Rijk naar de gemeenten tot gevolg heeft gehad dat het een chaos is geworden in jeugdzorgland. Wij vinden dat de communicatie tussen ouders en scholen verbeterd moet worden. Er is geen tijd meer voor huisbezoeken. Het gevolg is dat de contacten onder de maat zijn. Als de school dan een probleem meldt bij de ouder, voelt die zich beledigd. Het eind van het liedje is dat er dan vaak een “professional” aan te pas moet komen om te beoordelen wat er met het kind aan de hand is. Maar meestal is er weinig of niets aan de hand.

We vinden dit een onwenselijke ontwikkeling temeer men spreekt over “Een teken des tijds”. In het verlengde daarvan moeten kinderen aan steeds hogere eisen voldoen. Als ze dat niet kunnen, wordt er al snel een reden gevonden om jeugdzorg in te schakelen in plaats van kinderen hun eigen ontwikkeling te gunnen.

Wij hebben de volgende vragen:

Hoeveel jeugdzorgorganisaties zijn er op dit moment in Almelo?

Hoeveel jeugdzorgaanbieders zijn er op dit moment gecontracteerd bij de gemeente?

Hoeveel jeugdzorg is er zonder verblijf: wijk- of buurtteam, ambulante hulp op locatie, daghulp, hulp in netwerk (thuis of school)?

Hoeveel jeugdzorg is er met verblijf: pleeggezin, gezinsgerichte opvang, gesloten plaatsing in instelling, overige jeugdhulp met verblijf?

Wie controleert de kwaliteit en de veiligheid in deze organisaties in Almelo?

Welke middelen heeft de gemeente om onveilige situaties en/of slechte kwaliteit bij jeugdzorgorganisaties aan te pakken?

Heeft de gemeente de afgelopen 2 jaar bij organisaties in Almelo middelen ingezet? Zo ja, welke middelen en hoe vaak?

Houdt de gemeente de wachtlijsten bij voor de jeugdzorg? Zo ja, hoeveel jongeren staan er nu op de wachtlijst?

Zijn er jongeren in Almelo die tussen wal en schip geraken, zijn er jongeren die niet geholpen kunnen worden en buiten het systeem vallen?

Zo ja, om welke problematiek gaat het dan en hoe ziet de gemeente haar eigen rol bij het zorgen dat deze jongeren toch (de juiste) hulp kunnen krijgen?

Graag zien wij de beantwoording van bovenstaande vragen met belangstelling tegemoet.

Met vriendelijke groet,

Namens fractie Partij Vrij Almelo,

Harry de Olde

SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN COLLEGE B&W. OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID

Partij Vrij Almelo, 1 februari 2023

Geachte burgemeester,

Steeds vaker en met toenemende frequentie berichten media over steek- en andere geweldsdelicten, de PVA spreekt haar zorg uit over deze verontrustende ontwikkeling, en wil constructief op lokaal niveau bijdragen aan het bestrijden en zo mogelijk voorkomen daarvan. Wie wapens draagt doet dat niet zonder reden. Hij/zij neemt bewust risico’s die wapens ook te gebruiken. De cijfers van de politie laten zien dat er een forse hoeveelheid delicten is waarbij daadwerkelijk wapens worden gebruikt, vaak met fatale gevolgen. Het is vanzelfsprekend dat de politie hiertegen optreedt.

De fractie van de Partij Vrij Almelo wil u graag blijvend ondersteunen met goede ideeën. Naast preventieve campagnes is de Partij Vrij Almelo voorstander van een messenverbod en de mogelijkheid voor preventief fouilleren in delen van onze gemeente door middel van het aanwijzen van een zogenaamd veiligheidsrisicogebied. Meerdere gemeenten zijn op dit moment al een messenverbod en preventief fouilleren aan het invoeren. Natuurlijk mag niet de indruk ontstaan dat preventief fouilleren het enige middel is om de strijd tegen (toenemend) wapenbezit aan te gaan.

De PVA-fractie vindt dit middel alleen aanvaardbaar als andere wettelijke instrumenten voor politie en justitie (kennelijk) te kort schieten. De veiligheidscijfers laten een ongunstige ontwikkeling zien ondanks dat Almelo (nog steeds) een relatief veilige gemeente wordt genoemd.

Wij hebben een aantal vragen:

Is op grond van de nu al bekende gegevens over 2022 per saldo sprake van een toename ten opzichte van eerdere jaren van wapengeweld en/of wapenbezit in Almelo, en kan aan de raad een overzicht worden verstrekt van het aantal geregistreerde gevallen over de laatste vijf jaren?

Welke categorieën van criminaliteit worden in de gemeente Almelo statistisch geregistreerd, door welke instanties, en kan per categorie totaaloverzicht worden worden verstrekt over wederom de laatste vijf jaar?

Indien en voorzover ontkennend wordt beantwoord, welke redenen liggen hieraan ten grondslag?

Was er bij geweldsdelicten waarbij wapens werden betrokken sprake van enige relatie met alcohol- of drugsgebruik?

Welke maatregelen gaat het college treffen om het toenemende messenbezit en gebruik onder jongeren in de gemeente Almelo tegen te gaan?

Welke mogelijkheden ziet de burgemeester om binnen de gemeente (tijdelijk) delen van de gemeente aan te wijzen als veiligheidsrisicogebied om preventief fouilleren mogelijk te maken en dit na een jaar te evalueren?

Bent u tevens bereid om deze gebieden eventueel uit te breiden met scholen voor beroeps- en voortgezet onderwijs?

Vindt u niet dat deze actie mogelijkheden biedt om zicht te krijgen op groepen jongeren met wapens?

Hoe wordt nu opgetreden in Almelo tegen jongeren die een mes of ander steekwapen in bezit hebben en hoe zijn de ouders hierin betrokken?

Wij zien de beantwoording van de vragen graag tegemoet,

Met vriendelijke groet,

Namens Partij Vrij Almelo,

Harry de Olde (fractievoorzitter)

SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN COLLEGE B&W ALMELO

Almelo, 26 januari 2023

Betreft: Café Flashback

Geacht College,

Geven en nemen, daarom draait het voor horecaondernemers en bewoners van centra in steden. Bewoners van de binnenstad moeten begrijpen dat wat kabaal inherent is aan deze specifieke leefomgeving, en de kroegbazen horen te beseffen dat ze rekening dienen te houden met omwonenden. Zo blijven centra gezellig en leefbaar. Het is een breekbaar evenwicht, zo blijkt regelmatig. Neem het gedoe rond café Flashback, een café dicht in de buurt van het rumoerige Amaliaplein.

De voorlopige conclusie van de Partij Vrij Almelo: de omwonenden hebben recht van spreken als ze klagen, al vindt de uitbater dat de buurt soms overdrijft en dat de overlast voor een niet onbeduidend deel mede wordt veroorzaakt door anderen dan de gasten van café Flashback. Vaak zijn het late klanten van bezoekers in de buurt zoals het Amaliaplein , aldus de uitbater die wij spraken.

De Partij Vrij Almelo vindt het een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de gemeente, de ondernemers en hun gasten om dit uitgaan in goede banen te leiden. Wij zien de laatste tijd echter een tendens waarbij steeds meer verantwoordelijkheid bij ondernemers gelegd wordt.

Wij hebben de volgende vragen:

Is het college het met ons eens dat teveel regeldruk en teveel verantwoordelijkheden voor deze ondernemer een ongewenst risico met zich meebrengt; namelijk dat zij het ondernemen niet meer ziet zitten en ermee wil stoppen?

Waarom heeft deze hardwerkende ondernemer een dwangsom opgelegd gekregen vanwege (volgens de gemeente) overlast gevende Heracles supporters die zich niet aan de regels houden, en hoe is gedocumenteerd en vastgesteld dat dit voornamelijk dan wel uitsluitend van deze groep afkomstig is?

Is het college bereid op het gebied van handhaving meer accent te leggen op de ‘gebruiker’ in plaats van op de ondernemer? Oftewel, ondersteun de ondernemer, en beboet de zich misdragende.

Aan de Grotestraat- Zuid is tegenover café Flashback een camera geïnstalleerd in de openbare ruimte (zie bijgevoegde foto). Is het college bekend met deze camera? Zo ja, wat is het doel van deze camera, wanneer is die geïnstalleerd; is deze tijdelijk en zo ja wanneer wordt deze weer verwijderd en op welke gronden acht het college de inzet hiervan proportioneel?

Bent u het met ons eens dat bij het installeren bewakingscamera’s in de openbare ruimte uiterste terughoudendheid in acht genomen moet worden i.v.m met privacy en omdat bezoekers zichtbaar in beeld komen?

Welke regels gelden voor het installeren en in gebruik nemen van surveillance en bewakingscamera’s in de openbare ruimte van de gemeente Almelo, en is de afweging tot plaatsing toetsbaar en beschikbaar voor de raad ?

Wordt de noodzaak voor geïnstalleerde en in werking zijnde camera’s regelmatig herbeoordeeld, met welke tijdsinterval en door wie?
Kan deze periodieke evaluatie met de raad gedeeld worden?

Indien ontkennend welke moverende redenen?

Graag zien wij de gestelde vragen beantwoord.

Met vriendelijke groet,
Namens fractie Partij Vrij Almelo

Harry de Olde

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN PVA GELIJKE BEHANDELING WERKNEMERS GEMEENTE ALMELO

14 januari 2023

Geacht college,

Toen de deelnemende gemeenten enkele jaren geleden besloten een einde te maken aan de Gemeenschappelijke Regeling Soweco met als gevolg dat Wsw-ers (ook die van Larcom) als werknemer bij diezelfde gemeenten in dienst zouden komen is de gemeenteraad steeds voorgehouden dat de Wsw- ers als volwaardige werknemer zouden worden beschouwd. Dat wil zeggen: dat de gemeente Almelo als werkgever alle werknemers gelijk behandelt.

Tot ons onlangs signalen bereikten dat onze Wsw-ers financieel niet gelijk behandeld worden ten opzichte van het ambtelijk personeel. Zo zouden ambtenaren een extra eenmalige uitkering vóór de feestdagen krijgen op voorstel van de gezamenlijke gemeentelijke werkgevers. De Wsw-ers vallen hier (volgens berichtgeving) echter buiten de boot.
Wij vinden dat de gemeente Almelo als werkgever de uitgesproken ambitie als voorbeeldrol waar moet maken. Daarom verzoeken wij u alle bij de gemeente Almelo in dienst zijnde werknemers gelijk te behandelen. Concreet betekent dit dat ook Wsw-ers in alle redelijkheid in aanmerking dienen te komen voor een extra eenmalige uitkering vóór de komende feestdagen.

Wel op dusdanige wijze dat het ‘Wsw-gelijkwaardig’ is, en nader wordt bezien hoe nadelige effecten voor salaris/uitkering inclusief eventuele toeslagen kunnen worden voorkomen.

Graag zouden wij de vragen met spoed behandeld willen zien:

 Aan Fractie Partij Vrij Almelo 

Uw brief. Datum 11 december 2022. Behandeld door A.M. te Vaarwerk-Schuurman.

Onderwerp.
Beantwoording schriftelijke vragen PVA gelijke behandeling werknemers gemeente Almelo

Geachte heer De Olde,
In uw brief van 11 december jl, stelt uw fractie vragen over de Gelijke behandeling werknemers gemeente Almelo.

Hieronder treft u de beantwoording van uw vragen aan, waarbij we graag ook verwijzen naar datgene dat hierover is aangegeven in de raadsvergadering van 20 december 2022.

Vraag 1.

Heeft het college kennisgenomen van het aréikel in de Tubanfia over achterstelling van exSoweco medewerkers die geen kerstbonus ontvangen?

Antwoord-

Ja.

Vraag 2.

Berust dit artikel op waarheid? En zo ja, wat is de motivatie van het college aan deze medewerkers geen bonus te verstrekken?

Antwoord-

Er is geen sprake van een kerstbonus maar van een voorschot op de nog niet afgeronde onderhandelingen over de gemeente-cao. Het is niet aan de gemeentelijke werkgever om lokaal af te wijken van landelijke cao-afspraken dan wel deze te repareren. Almelo is werkgever van medewerkers die onder verschillende cao’s vallen. Zo kennen we in Almelo de cao gemeenten, cao Sw en de cao Aan de slag. Hierdoor is binnen de organisatie altijd onderscheid aanwezig: van eenmalige uitkeringen tot vakantiedagen en bijvoorbeeld de voorwaarden voorde regeling die oudere medewerkers de mogelijkheid geeft om minder te gaan werken. We volgen altijd de landelijke cao-regels.

Vraag 3.

Indien deze medewerkers inderdaad geen bonus ontvangen, is het college alsnog bereid haar beleid bij te stellen en de bonus uit te keren?

Antwoord-

Het is onze algemene lijn dat wij geen lokaal beleid voeren als er een cao van toepassing is.

Vraag 4.

Is het college ook van mening dat het van goed werkgeverschap getuigt om alle medewerkers en ambtenaren met een bonus van gelijke hoogte te belonen, en indien niet, welke redenen acht het college van toepassing?

Antwoord-

Zie het antwoord op vraag 2 en 3.

Vraag 5.

Als Twenterand wel overstag gaat, is het college Almelo dan wel bereid deze kerstbonus te geven, en indien niet wat zijn de motiverende redenen, ook in het licht van goed en evenwichtig werkgeverschap?

Antwoord-

Zie het antwoord op vraag 4.

Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Almelo,
de secretaris, de burgemeester.

Reactie Partij Vrij Almelo.

Een werkgever is niet wettelijk verplicht om een extraatje uit te delen aan het einde van het jaar. Maar werkgevers hebben voldoende vrijheid om zelf bonussen te bedenken of bepaalde randvoorwaarden op te stellen. 

College en raadsleden hadden een mooi gebaar kunnen maken. Er kan best een extraatje naar genoemde doelgroep omdat werknemers sociale werkvoorziening het financieel absoluut niet breed hebben. Zo kun je als volksvertegenwoordigers een mooie voorbeeldfunctie vervullen lijkt ons, een nobele kerstgedachte.

https://www.roskam.nl/home/nieuws/10264-almelo-wil-niet-in-zelfde-ontplooij-spoor-treden-als-twenterand.html

https://www.destentor.nl/almelo/almelo-weigert-alsnog-kerstbonus-te-geven-aan-406-mensen-in-sociale-werkvoorziening-moet-landelijk-geregeld-worden~af86d9ae/?cb=04eceec56cec56e0358b380fbaac39dd&auth_rd=1

Stem of voeg toe aan: